RAH Schepenbank Lummen nr. 68
1531 – 1537
Loons recht buiten vrijheid
1531, 31
augustus. Folio 1
Jan Luijten Jan
Scuermans
Inden jaere ons
heeren duysent vijfhondert
ende
eenendertich opden lesten dach der
maent augustus
es comen voer ons meijer
ende scepenen
Jan Luijten ende heeft opgedragen
in ons meijers
hant eenen rinsgulden brabants
gelts jaerlicx
tot oerbaer ende behoef Jan
Scurmans Peter
Scurmans soen op ende aen
huijs ende hof
te Scuelen gelegen den voerscreven
Jan Luyten
toebehorende regenoten Lenart Van
Gelmen bosch ter
eenre Lemmen Stapparts ten
andere ende die gemeijn straet ter derder ziden
voer ende om
acht thien Rinsgulden brabants gelts
eens te betalen ende altijt met dier geliken
penningen te leggen ende te quyten ende heeft daer
op vertegen ende nae opdragen ende vertijen Jans Luyten
voerscreven es die voergenoempde Jan Scurmans totter gichten
vanden voerscreven Rinsgulden tsiaers gecomen met recht
Opden selven dach syn comen voer ons meijer ende
scepenen Mathijs Vanden Winckel, Peter vanden
Brouck als mombaer synre huysvrouw Kynen vanden
Winckel, Wouter Hoelkens als mombaer synre
huysvrouw Marie Vanden Winckel ende Lysbeth vanden
Winckel ende hebben onfangen alsullike gueden
als hun aengestorven sijn nae doet hunre alders
1531, 31 augustus.
Folio 1v
Opden
selven dach sijn comen voer ons meyer ende scepenen
Jan Witters, Peter Witters, Cornelis Slieus als
mombaer sijnre huysvrouw Marien Witters, Michiel
Maechs als mombaer synre huysvrouw Magrieten
Witters, Jan van Hamme als mombaer synre huysvrouw
Cristyne Witters, Anna Witters ende Lysbeth Witters
ende hebben onfangen alsullike gueden als hun
aengestorven sijn by doet hunre alders
1531, 31
augustus. Folio 4
Lenart van
Ghelmen heeft zijn tocht opgedragen van een heyke te Scuelen op die Stappe
gelegen tot behoef van zijn twee kinderen, namelijk meester Jan en Frans van
Gelmen. Meester Jan kwam tot tocht en erve voor zichzelf en voor zijn broer
Frans voorschreven.
Dadelijk daarna,
nu goed en vruchtgebruik samen zijn, heeft meester Jan dit heike opgedragen tot
behoef van Loijch Cronten(?) voor 30 stuivers Brabants eens gevalueerd geld
jaarlijks en heeft erop vertegen met recht. Loijch is ertoe gekomen met recht.
Loijch moet op deze heide een huysinge timmeren en bouwen dat 20 rinsgulden eens
waard moet zijn om als onderpand te dienen voor de 30 stuivers erfelijk. Het
moet gebouwd zijn binnen een jaar na Sinte Remeijs misse eerstkomend. Indien
hij dit niet binnen het jaar doet, zal 'die heer' de kinderen van Lenaert weer
in die gichte stellen zonder dat iemand er iets zal tegen kunnen zeggen en
zonder hun last. Meester Jan beloofde dat hij zijn broer deze gichte zou laten
lauderen.
1531, 14
september. Folio 4v
Jannes Vander
Moelen heeft ontvangen de goederen die hem mogen aangestorven zijn bij de dood
van Gilis Duijtschen zaliger, zijn broer, en Merike Duyfkens zaliger, de
huisvrouw van Gilis voorschreven tijdens zijn leven.
1531, 05
oktober. Folio 6
Jan Snijers
heeft opgedragen een hoef te Scuelen gelegen, grenzend die gemeijn straet in
twee zijden en - 3) als een onderpand voor twee rinsgulden en een halve
jaarlijks Brabants geld (de Brabantse stuiver voor een stuiver, de
philipsgulden voor 25 stuivers en al het ander geld 'nae advenant' gerekend)
tot behoef van Herman Borgelins voor de som van 42 rinsgulden en een halve. Te
kwijten met gelijke som en hetzelfde geld.
Herman Borgelins
is ter gichte gekomen met recht.
1537 op 13
september kwam meester Jan van Gelmen en heeft de som afgelegd aan Herman
Borgelinx, die verklaard heeft dat hij volledig voldaan werd zowel van kapitaal
als van de rente.
1531, 05
oktober. Folio 6v
Philips Vander
Hulst als meier van het hof genaamd Malepeerts Hoef gelegen te Scuelen en de
laten Willem Snijers alias Joes, Lambrecht Stapparts en Gielis Coex hebben
aangebracht dat voor hen in het jaar des heren 1528 op 30 oktober Thijs Van
Binckhem is gekomen die opgedragen heeft zijn huis en hof in Heerle gelegen
waarin hij toendertijd woonde. Het was omtrent 2 bonders groot en grensde Aert
Pouwels 1), Loyck Dormaels 2) en de gemeijn straet 3). Hij droeg het op als
pand voor een mud rogge Diester mate en een philips gulden jaarlijks en
erfelijk vallend op Sint-Andriesdag. Te leveren te Diest, Hasselt of Webbecom
waar het zal passen voor Henrick Keysers of zijn nakomelingen. Opgedragen voor
45 rinsgulden Brabants geld (philipsgulden voor 25 stuivers, goudgulden voor 28
stuivers). Henrick Keisers is ter gichte gekomen volgens het recht van het hof.
1531, 23
november. Folio 9v
Wouter Jueten
van Hechtel heeft opgedragen zijn tocht van en halve zille broek gelegen in
Oversel onder Coersel, grenzend Claes Beerten 1), Jan Vaes 2), tot behoef van
Jan Jueten, zijn zoon, die hiermee tot tocht en erve is gekomen met recht.
Vervolgens heeft
Jan Jueten het voorschreven half zille broek opgedragen tot behoef van Henrick
Slangen voor 15 rinsgulden Brabants geld eens. Henrick kwam ter gichte met
recht.
Op 3 oktober
1532 heeft Jan Spapen de naderschap 'ingeslagen' aangaande het voorschreven erf
en hij is tot de gichte gekomen met recht als nader 'gebloijt' van het
voorschreven erf.
1531, 23
november. Folio 10
Mathijs Bogaerts
heeft een stukje 'hoefs' opgedagen gelegen opt Stappenheiken, palend Gilis
Goefkens 1), de straat op twee zijden, tot behoef van Reynke Scurmans voor 23
rinsgulden Brabants geld eens. Dit stukje blijft belast met een halve
rinsgulden jaarlijks. Reynke is tot de gichte gekomen met recht.
1531, 07
december. Folio 10v
Aert Claes alias
Muenkens heeft 1 rinsgulden Brabants jaarlijks opgedragen op en aan zijn
gedeelte van de 'Laeckbeempden' die hij gekocht heeft van Aelbrecht Van
Viversel, grenzend 'den Houven Beempt' aan twee zijden en Jan Scurmans aan twee
zijden. Deze rinsgulden Brabants jaarlijks mogen Aert of zijn nakomelingen
afleggen en kwijten met 18 rinsgulden Brabants geld. (de Brabantse stuivers
voor 1 stuiver, de philipsgulden voor 25 stuivers). Opgedragen tot behoef van
de kapel van Scuelen 'om daer mede noen te doen luijden'. Pouwels Vander Moelen
als kerkmeester van de voorschreven kapel kwam tot de gichte met recht.
1531, 07
december. Folio 11
Jan Lueckemans
heeft opgedragen een stuk land van omtrent een half boender groot gelegen te
Castel, grenzend Heylwich Duncops 1), Aert die Cleersnyder 2) en zijn eigen erf
3) als een pand voor een half mud rogge Diester maat jaarlijks. Voor 12
rinsgulden Brabants geld, waarmee het ook te leggen staat. Opgedragen tot
behoef van Nijs Ketelbuters van Beverloe, die ter gichte is gekomen met recht.
1531, 07
december. Folio 12
Dijngen en
Magriet Oijen alias Witters, gezusters en wettige kinderen van Peter Witters,
met hun geleverde momber Henrick Goijens hebben opgedragen tot behoef van het
klooster en convent van de derde regel van Sancti Francisci binnen Diest
gelegen (de Bogaerden van Diest) huis en hof met een stuk land 'tGeenen Stal'
gelegen onder Coersel, grenzend Henrick Neelkens 1), Loijck Rutten 2) en die
gemeijn heide 3) en 4). Tevens een stuk broek geheten 'dat Wouters Brouck'
tGeenen Stal gelegen, grenzend Govart Caetsmeets 1), 'die Scee Beempt' 2) en
Marij Diricx 3) en Peeter Raijmekers 4) opgedragen tot een pand voor 2 mudde
rogge jaarlijks, kosteloos en schadeloos van schattingen en beden en lasten elk
jaar te leveren in Diest in het voorschreven klooster. Mocht er een edict of
verbod komen om buiten het land niet te voeren, dan zullen Dingen en Magriet in
Diest goed koren moeten kopen en in het klooster leveren. Voor 50 rinsgulden
Brabants gevalueerd geld (de philipsgulden aan 25 stuivers, de gouwen gulden
voor 28 stuivers en al het ander geld na advenant). Te kwijten met gelijke
penningen en met een ongevallen cijns. Valdag elk jaar op 'Sinte Andriesdach
apten'. Na opdragen van de gezusters met hun momber is broeder Adriaen Coersel
priester, prior en procurator van het voorschreven convent in de 2 mudde rogge
jaarlijks gegicht en gegoed met recht.
Daarna heeft
Dingen voorschreven met haar voorschreven momber en met Peter Witters haar
wettige vader 'in gerechtiger waerantscappen geloeft' om de andere kinderen
voor het recht te brengen om in te stemmen als ze oud genoeg zullen zijn om de
gicht te lauderen.
1531, 07
december. Folio 13
Heilwich
Houtmans met haar geleverde momber Govart Houtmans, haar zoon, heeft de tocht
opgedragen die ze heeft op het kindsgedeelte van haar zoon Toenis Houtmans.
Daarmee is dezelfde Toenis Hontmans tot tocht en erve gekomen met recht. (marge:
hiervan zijn brieven) Nu tocht en erve vergaderd zijn, heeft Toenis
Houtmans opgedragen al zijn Loonse goederen voor een pand van een mud rogge
quijtpachts tot behoef van Jan Coenen (Koenen) voor 25 rinsgulden Brabants geld
eens. Te kwijten met dergelijke penningen. Henrick Goijens kwam in de naam van
Jan voorschreven met recht ter gichte op voorwaarde dat Heilwich voorschreven
het kindsgedeelte van haar zoon Toenis gebruiken zal tot de tijd dat het voorschreven
mud rogge zal geweten zijn. Zij moet een half mud jaarlijks betalen en haar
zoon Toenis het andere half mudde koren tot het geld afgelegd wordt. Daarna
kwam Tonis en hij heeft zijn moeder weer haar tocht van zijn kindsgedeelte
bekend met recht.
1531, 07
december. Folio 13v
Aert Brosis
alias den Cremer met zijn huisrvouw Merike Billen heeft opgedragen tot behoef
van Peter Neven die Jongen een half bloeck op 'den wech' te Laeren 'wert' (naar
Laeren waarts) gelegen, grenzend Jan Aelen kinderen 1), Vaes Brosis 2) en Stas
van Heemslaken 'Crijkel' 3). Tevens 13 stuivers jaarlijks Brabants geld die
Aert gelden had aan Jan Moes goed, namelijk aan zijn huis en hof in Laren
gelegen, voor 40 rinsgulden Brabants geld. Peter Neven der alde werd er tot
'orbaer' van Peter Neven des Jongen in gegicht en gegoed met recht.
1531, 01
december. Folio 14
Met het gerecht
werd gepaald een stukje heide tot behoef van Jan Mutsen dat gelegen is aan 'die
Huesdens Straet' voor Jans voorschreven erve. Grenzend Jan Reners 1), de heer
van Lumpmen 2). Jan werd erin gegicht en gegoed met recht.
1531, 01
december. Folio 14
Voor Geert
Niesen werd met het gericht een stukje vroente gepaald gelegen aan zijn eigen
erf op 'die Schryck Heide' en hij werd erin gegicht en gegoed met recht.
1531, 01
december. Folio 14
Op dezelfde dag
werd voor Mathieuwis Pelsers een stuk vroenten gepaald met het gerecht gelegen
in 'die Schrijck Heide' aan alle zijden en hij is ertoe gekomen met recht.
1531, 01
december. Folio 14
Tevens werd aan
Jan Schrijcx een stukje vroente gepaald met het gericht gelegen voor zijn erve
en aan de straat en hij werd daarin gegicht en gegoed met recht.
1532, 11
januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 15
Adriaen Wijnen
heeft opgedragen een stuk land gelegen te Voertken, grenzend sheren straet op 2
zijden en Sebastiaen Wijnen 3), tot behoef van Sebastiaen Wijnen voor een stuk
land gelegen te Castel hovende in 'mijns heren van Everbuer hof', waartegen
Ariaen geruild heeft erf om erf. Ze geven elkaar niets toe. Sebastiaen is ter
gichte gekomen met recht.
1532, 11
januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 15v
Jan Luyten heeft
opgedragen 1 zille bos gelegen 'bij Heerl int Oroens(?) lant', regenoten Claes
Vandenroij op 2 zijden en de gemeijn straet 3). Voor 5 rinsgulden Brabants
geld. Tot behoef van Claes Vanden Roije alias Geerts, die in de zille bos ter
gichte kwam met recht.
1532, 11
januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 15v
Lijsbeth
Witters, dochter van Peter Witters, heeft gelaudeerd met haar geleverde momber Henrick
Goijens de gichte van 2 mudde rogge jaarlijks als haar zuster Dingen Witters op
7 december aan het convents van de Bogarden van Diest gedaan heeft in het jaar
1531 laatstleden. Lijsbeth met haar geleverde momber Henrick Goijens en haar
vader Peter Witters beloofden dat de andere kinderen ook met deze gicht zullen
instemmen als ze oud genoeg zullen zijn.
1532, 11
januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 17
Rener Swinnen
heeft opgedragen huis en hof op 'die Leemcuijlen' gelegen, grenzend Jan Luyten
1), Lemmen Habeels 2), de straat 3), als een pand voor 6 vat koren erfelijk
Diester maat. Het ene 3 vat is te betalen met 5 stuivers en het andere drij vat
in koren. Voor 23,5 rinsgulden Brabants geld tot behoef van Jan Scurmans zoon
van Peter Scurmans, die erin gegicht en gegoed werd met recht.
1532, 11
januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 17v
Henrick Baten
met zijn huisvrouw Marie Wouters heeft opgedragen het derdedeel van een halve
mud rogge jaarlijks als hij gelden had aan panden van Art Laureijs onder
Coersel voor 3 rinsgulden en 3 stuivers Brabants geld tot behoef van Henrick
Ballinx, die ter gichte is gekomen.
1532, 11
januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 18v
Thijs Bogaerts
heeft opgedragen een stuk land gelegen aan 't Stappen Heiken', grenzend de
straat op 2 zijden en Luije Hoefkens 3) voor 20 rinsgulden Brabants geld tot
behoef van Joris Kelberichs, die ter gichte is gekomen met recht.
1532, 01 februari. Folio 19v
Henrick Ballinx
heeft opgedragen tot behoef van Ursel Svolfs heeft opgedragen een
derdedeel van een halve mudde rogge staande aan Art Laureys panden onder
Coerselt tot behoef van Henrick Ballinx voor 6 stuivers jaarlijks, die te
kwijten staan met 5 rinsgulden 7 stuivers 8 groet min eens (dus 5-7 min 8
groot). Daarmee hebben deze partijen erf om erf gemangeld zonder elkaar iets
toe te geven. Henrick werd erin gegicht met recht. (correct?)
1532, 14
januari. Folio 20v
Zuster Ida
Stouten en zuster Jenneke Vanden Beeck als 'voergenerssen' en procuratricen van
het zusterklooster binnen Hasselt met hun geleverde momber Jannes Moens en door
kracht van hun procuratie en machtigschap verleend door hun klooster, hebben
een keurman gesteld 'oft cuerdreger' van goederen die zij 'te Roijen' liggen
mogen hebben onder de heer van Lumpmen sorterende. Ze hebben Art tSionckeren
borger van Hasselt met zijn wettige huisvrouw Lijsbeth van Stockem, wonend in
Hasselt, aangeduid om als een van hen sterft dat dan de heer van Lumpmen of
zijn officier dan zullen mogen komen tot een cuer aan het goed staande 'nae
costumen des lants van Lumpmen voorscreven'.
Volgt daarna de
procuratie. Pater Germaen Bossen en zuster Geertruydt van Myllen mater
nutertijd van de zusters van de derde regel van Sint-Franciscus geheten Sinte
Katherinendael binnen de stad van Hasselt, 'met onsen gemeijnen ende
eendrechtigen raede' hebben na goede deliberatie machtig gemaakt en maken
machtig met deze brief zuster Alet Nuelens (Mielens?) tegenwoordig
procuratersse, zuster Mechtelt Svien en Johanna Vanden Beeck, zuster Yda Stouten,
samen en elk apart, om op te halden en te vervolgen al de goederen, erve,
lijftocht, cheijse, renten, pachten en gerede have aan ons klooster en convent
toebehorend, die vervallen of verschijnen zullen. Ze geven hen volkomen macht
om goederen te verkopen of verhandelen, gicht en guedingen te doen tot profijt
van het klooster. Het zegel van het klooster werd eraan gehangen in 1525 op 11
januari.
1532, 15
februari. Folio 21v
Jan Colen, Crijn
Colen en Jan Heynen als momber van zijn huisvrouw Dingen Colen hebben hun
gedeelte opgedragen van een bos gelegen bij 'den Heynsberch' en hun gedeelte in
'die Colfbaene' en nog hun gedeelte van een schomme gelegen bij 'den Vree
Bosch' voor 6 rinsgulden Brabants eens, te betalen los en zonder last, tot
behoef van Peter Neven der jonge, die ter gichte kwam met recht.
1532, 15
februari. Folio 22
Jan Sentens met
zijn huisvrouw Elen Sentens heeft opgedragen een stuk broek gelegen in Coersel
in Oversel, palend Jan Kenens 1), Henrick Wijnen 2) en sheren straet 3), als
een pand voor 2 mudde rogge jaarlijkse kwijtpacht. De halster staat te betalen
met 5 stuivers Brabants. Voor 50 rinsgulden Brabants geld eens en met
dergelijke penningen te kwijten, tot behoef van Jan Moens van Hechtel, die erin
gegicht en gegoed werd met recht. Deze 2 mudde zullen jaarlijks vallen te
Lichtmisse na datum van de gichte.
1532, 15
februari. Folio 22v
Jan Wijnen zoon
van Henrick Wijnen en Jan Moens als momber van zijn huisvrouw Heilof Wijnen
hebben ontvangen alle goederen die hen aangestorven zijn na de dood van hun
ouders.
1532, 15
februari. Folio 22v
Jan Poels heeft
opgedragen huis en hof te Sculen gelegen, grenzend Rener van Malborch 1), de
gemeijn straet 2) en Jan Greven 3) voor 2 rinsgulden en 5 stuivers jaarlijks en
erfelijk en nog 5 rinsgulden Brabants eens en contant te betalen voor een
onderpand, tot behoef van Servaes Creeten, die ter gichte kwam met recht.
Op de laatste
dag van februari kwam Marij Vernijen en ze heeft ingestemd met de gichte die
haar man heeft gedaan en zal ze van waarde houden.
1532, 15
februari. Folio 23v
Laureijs Wijnen,
Joris Wijnen, Magriet Wijnen, Heilof Wijnen, Marij Wijnen hebben de goederen
ontvangen die hen verstorven zijn door de dood van hun ouders zaliger.
1532, 15
februari. Folio 23v
Laureijs Wijnen
heeft opgedragen zijn gedeelte van een stuk broek gelegen te Voetken onder
Coersel, regenoten Henrick Jans kinderen 1), Jan Vanden Putte 2) en Jan Reyners
3) als een pand voor een half mudde koren jaarlijks met valdag op Lichtmisse.
Voor 13 rinsgulden Brabants geld eens, waarmee het ook te kwijten staat, tot
behoef van Joris Brenens, die ter gichte kwam met recht. (ook Breenens)
Op 23 januari
1549 kwam Joris Brenens en hij bekende dat hij betaald werd zowel van
hootpenningen als van renten.
1532, 15
februari. Folio 24
Herman Borgelins
heeft opgedragen een hoffstat gelegen te Scuelen, grenzend 'die Bloemen Hoef'
1), sheren straet 2) en Peter Joes kinderen 3) voor 1 rinsgulden Brabants
erfelijk tot behoef van Jan Duytschen alias Scats. Jan kwam ter gichte met
recht onder voorwaarde dat Herman 'dat oefte dat daer op waschen sal' half zal
hebben.
1532, 15
februari. Folio 24v
Vranck, zoon van
Peter Maechs, heeft aan Jan Sentkens naderschap bekend van de koop die Vranck
gedaan had tegen Jan Moens van Hechtel. Hij heeft de gichte opgedragen tot
behoef van Jan Sentkens, die erin gegicht werd met recht 'als naeste gebloijt'.
1532, laatste
dag februari. Folio 25v
Jan Poelmans
heeft opgedragen zijn huis en hof te Scuelen op 'die Stappe' gelegen, grenzend
Jan Bruninx 1), heer Govart Snoex 2), die gemeijn straet 3) als een pand voor
10 stuivers jaarlijks met valdag op Lichtmis. Voor 9 rinsgulden Brabants geld
(de hoernsgulden voor 12 stuivers, den snaphaen voor 5,5 stuivers), waarmee ze
ook te kwijten staan. Tot behoef van de heren en de kapelanie van de
anniversarien van Westherck. Heer Govart Snoex werd er in de naam van de heren
en de kapelanie in gegicht en gegoed met recht. Het geld waarmee deze rente
gekocht werd, is gelaten door testament aan deze heren: 7 van Willem Huijbens
en Jan Ruelens en 2 rinsgulden van heer Peter Vanden Bogaerde zaliger.
1532, laatste
dag februari. Folio 26
Joachim Wellens
heeft een bos opgedragen van omtrent 3 zillen groot gelegen op 'die Stappe',
palend heer Govart Snoex 1), Cloes Vanden Roije 2) en Lenart van Gelmen 3) voor
37 rinsgulden Brabants gevalueerd geld tot behoef van heer Govart Snoex
voorschreven, die erin gegicht en gegoed werd met recht.
1532, laatste
dag februari. Folio 26v
Jan Poelmans
heeft een heike opgedragen gelegen op 'die Stappe', palend de heer Govart Snoex
1), 'dat Colen Velt' 2) en die gemeijn straet 3). Voor 2 rinsgulden jaarlijks
Brabants geld en 10 rinsgulden eens voor een onderpand. De twee rinsgulden
jaarlijks zullen mogen afgelegd worden met 40 rinsgulden Brabants eens.
Opgedragen tot behoef van Henrick Wouters, die ter gichte is gekomen met recht.
Op 21 februari
1533 heeft Mathijs Thijs begeerd om deze rente te onderstaan en Henrick
Wouters bekende hem de naderschap en heeft zich ontgicht en Mathijs
voorschreven is ertoe gekomen met recht als nader 'gebloijt'
1532, laatste
dag februari. Folio 26v
Jan Poelmans
heeft opgedragen een stuk erf gelegen op 'die Stappe', grenzend Mathijs Tijs 1)
en de gemeijn straet op twee zijden voor 4 rinsgulden en een halve Brabants
geld erfelijk en nog anderhalve rinsgulden jaarlijks die gekweten zullen worden
tussen dit en Sinte Mertensmisse eerstkomend met 30 rinsgulden Brabants geld
eens. Tot behoef van Mathijs Tijs voorschreven, die erin gegicht en gegoed werd
met recht.
Op de laatste
dag van de maand oktober 1532 heeft Jan Poelmans bekend dat hij betaald werd
van de 30 rinsgulden voorschreven en hij heeft daarvan en van de anderhalve
rinsgulden jaarlijks Mathijs voorschreven en zijn panden gekweten.
1532, laatste
dag februari. Folio 27
Henrick Wouters
heeft opgedragen het half mudde rogge dat hij heeft aan panden van Loijck
Dormael, namelijk aan een stuk land gelegen 'opt Wauwen Inde', grenzend
dezelfde Loijck op 3 zijden en Tijs Van Binckem 4), tot behoef van Joris
Kelberichs voor 12 rinsgulden eens Brabants. Joris werd erin gegicht met recht.
Marge: in januari 1551
is dit half mudde afgekweten.
Anno 1538 op 4
april is aan de schepenen aangebracht, door hun twee medegezellen Herman
Boergelins en Jan Van Neercosen, dat Oije Pauwels, Henrics voorschreven
huisvrouw, deze gichte gelaudeerd heeft.
1532, laatste
dag februari. Folio 27
Jan Hoefmans als
momber van zijn huisvrouw Magriet Wijnen heeft ontvangen de goederen die hem
verstorven zijn na de dood van Henric Wijnen zaliger.
1532, laatste
dag februari. Folio 27v
Elen Dreijers
met haar geleverde momber Goris Snijders heeft opgedragen haar tocht van een
stuk land gelegen te Scuelen 'aldaer men ter Stappen weert gaet', grenzend de
heer van Lumpmen 1), de straat 2), 'die Hozen Drieschen' 3), tot behoef van
Mieuwis Claes, Rener Scurmans als momber van zijn huisvrouw Kathelijn Claes,
Marie Dreijers alias Claes en Gilis Claes, haar kinderen en ze heeft erop
'vertegen'. De kinderen werden erin gegicht met recht.
Nu tocht en erve
samen zijn, hebben de voorschreven Mieuwis Claes, Rener Scurmans als momber van
zijn huisvrouw Katelijn en Marie Claes met haar geleverde momber Rener Scurmans
het voorschreven goed opgedragen tot behoef van Jacop Kannarts voor 18
rinsgulden Brabants geld eens 'oft aner goet gelt'. Jacop werd erin gegicht en
gegoed met recht.
1532, laatste
dag februari. Folio 28
Pauwels Scurmans
als momber van zijn huisvrouw Heilof Hannarts heeft een stuk broek opgedragen
gelegen te Coersel 'in die Peerre Beempde', grenzend Meelis Vaes 1), Art Vaes
2) en Jan Mommen 3), voor 61 rinsgulden Brabants gevalueerd geld eens. Tot
behoef van Henrick Vaes, die erin gegicht en gegoed werd met recht.
1532, laatste
dag februari. Folio 28v
Lambrecht
Scrijcx heeft een stukje broek opgedragen gelegen te Coersel 'int Lanck Hout',
grenzend Jan Smeets 1), Rener Scrijcx 2) en Wouter Vrancken 3), als een pand
voor 3 rinsgulden en 5 stuivers Brabants geld jaarlijks, voor 60 rinsgulden
Brabants geld. Tot behoef van Jan Rutten die erin gegicht werd met recht.
1532, 02 maart.
Folio 29
Met het gerecht
werd voor Gielis Scrijcx een stukje vroente gepaald aan zijn erve hem vroeger
aan de Scryck Heide gepaald, waar hij de heer jaarlijks 2 denier (penningen)
grond ceijs van geldt.
1532, 02 maart.
Folio 29
Voor Heilke
Wijnen werd met het grecht gepaald een stuk vroente uit de Scryck Heiden',
grenzend Tiewis Pelsers 1), die gemeijn heide aan alle andere zijden. Zij geldt
hiervan aan de heer 3 denier (penningen) grondcijns.
1532, 02 maart.
Folio 29v
Met het gerecht
werd voor Jan Convents zoon van Henrick Convents een stuk uit de vroente
gepaald te Geenen Stall, palend sijn selfs erve dat hij van de Brabantse heer
genomen heeft. Hij geldt ervoor 2 denier grondcijns.
1532, 02 maart.
Folio 29v
Met het gerecht
werd voor Pauwels Doeven een klein stukje erf gepaald gelegen 'achter die
lazarie', grenzend de straat 1), Henrick Bosmans 2). Hiervan geldt hij 1 denier
grondcijns.
1532, 02 maart.
Folio 29v
Voor Willem
Vintgens alias Hoefmans werd met het gerecht een stukje vroente gepaald gelegen
aan 'die Scryck Heide' waaraan het paalt op twee zijden en zijn eigen erf aan
twee zijden. Hij geldt ervan 2 denier grondcijns.
1532, 14 maart.
Folio 32v
Magriet Wijnen
met haar geleverde momber Joris Wijnen heeft opgedragen de tocht die zij heeft
van een stuk beemd te Coersel gelegen, palend Rener Opstraet 1), Goris Van
Eertwech 2), tot behoef van haar kinderen Merike en Appollonia die tot tocht en
erve gekomen zijn met recht. Vans gelijken heeft Heilof Wijnen ook met haar
geleverde momber Joris Wijnen haar tocht opgedragen van het voorschreven erf
tot behoef van haar twee kinderen Jan en - (niet vermeld) die ook tot
tocht en erfve gekomen zijn met recht.
Daarna kwamen
Merten Buijsen met zijn huisvrouw Appollonia Wijnen en Merike Wijnen met haar
geleverde momber Jan Wijnen en Jan Wijnen zoon van Heilof Wijnen, Laureijs
Wijnen, Jan Wijnen zoon van Jan Wijnen, Peter Beateren met zijn huisvrouw Oijke
Wijnen, Jan Vos met zijn huisvrouw Katlijn Wijnen, Jan Wijnen zoon van Henrick
Wijnen, Jan Moens met zijn huisvrouw Heilof Wijnen en IJken Wijnen en Katlijn
Wijnen dochter van Art Wijnen met haar geleverde momber Gilis Coppens, Wouter
Vanden Brouck met zijn huisvrouw Marie Wijnen en ze hebben samenderhand een
stuk beempt opgedragen te Coersel gelegen, grenzend Rener Op Straet 1) en Goris
van Eertwech 2) voor 177 rinsgulden Brabants geld eens. Tot behoef van Jan
Houfmans, die erin gegicht werd met recht.
1532, 11 april.
Jaergedinge nae Beloeken Paeschen. Folio 35
Dionijs Mertens
van Coersel heeft opgedragen zijn gedeelte in een beempdeke gelegen bij 'den
Valken Boerch', grenzend Henrick Kenens 1), Gijsbrecht Pouwels 2), tot behoef
van Mathijs Mertens en Lijsbeth Mertens voor 22 rinsgulden Brabants geld.
Mathijs en Lijsbeth kwamen ter gichte met recht.
1532, 11 april.
Jaergedinge nae Beloeken Paeschen. Folio 35
Rener Schrijcx
van Coersel met zijn huisvrouw Lijsbeth van Heist heeft opgedragen een stukje
broek gelegen te Coersel in Oversel, grenzend Jan Knapen 'inden middelt' en
tussenbeide de beek 'ter ander' en Henrick Tijs 3) en dezelfde Rener 4). Voor
22 rinsgulden Brabants geld tot behoef van Jan Knapen, die ertoe gekomen is met
recht.
1532, 11 april.
Jaergedinge nae Beloeken Paeschen. Folio 35v
Henrick Vanden
Broeck en Henrick Vleeminck hebben afstand gedaan van elkaars part op een bos
geheten 'dat Bercken Lant' volgens de inhoud van hun deling. Henrick Vanden
Broeck moet wel volgende maandag in de hof van Linterbeeck te Linter gelegen
komen en hij moet daar ook op Henrick Vleeminck vertijen van de goederen die
daar sorteren. Waarschijnlijk krijgt Henrick Vanden Broeck het bos, maar dat
is niet duidelijk.
1532, 11 april.
Jaergedinge nae Beloeken Paeschen. Folio 36
Rener Scurmans
heeft aan Joris Kelberichs de naderschap bekend van het goed hierna. Rener
Scurmans heeft opgedragen de koop die hij gedaan heeft tegen Tijs Bogarts tot
behoef van Joris Kelberichs die ter gichte is gekomen met recht.
1532, 11 april.
Jaergedinge nae Beloeken Paeschen. Folio 36v
Jan Sagers zoon
van koster Dries Sagers heeft gekweten en kwijtgescholden aan Joris Kelberichs
het halve mudde rogge dat Jan Gelden had aan panden die Rener Scurmans aan
Joris heeft overgegicht.
1532, 25 april.
Folio 38v
Jan Vaes van
Hechtel met zijn huisvrouw Marie Baerts heeft opgedragen anderhalve zille broek
gelegen te Coersel onder Oversel, grenzend Peter Nobels 1), Wouter Jueten 2),
voor 70 rinsgulden Brabants geld tot behoef van Bartholomeuwis Beerten.
Bartholomeus is ter gichte gekomen met recht.
1532, 25 april.
Folio 39
Wouter Van
Doernick als momber van zijn huisvrouw Marie Sculens, Wilbaert Vaes van Huesden
momber van zijn huisvrouw Berbe Sculens, Henrick Tijs van Hechtel als momber
van zijn huisvrouw Eelen Sculens hebben de goederen ontvangen die hen
aangestorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.
1532, 25 april.
Folio 39v
Aelbrecht Cronen
heeft opgedragen de tocht die hij heeft van een bos in Scuelen gelegen,
grenzend sheren straet aan twee zijden en Lenart van Gelmen 3). Bovendien nog
een stuk land van een boinder groot omtrent grenzend sheren straet 1) en Claes
Vanden Roije 2) tot behoef van Mathijs Mons alias Heitens als momber van zijn
huisvrouw Lijsbeth Ruelens, Claes Ruelens en Jan Vervoert als momber van zijn
huisvrouw Magriet Van Doernick. Deze personen zijn ertoe gekomen met recht. (ook
voor het tweede stuk gaat het over het vruchtgebruik, hoewel dit er niet
expliciet staat.)
Dadelijk daarna,
nu tocht en erve in dezelfde handen zijn, hebben de voorschreven personen Claes
Ruelens, Mathijs Heitels als momber van zijn huisvrouw Lijsbeth Ruelens en Jan
Vervoert als momber van zijn huisvrouw Magriet Van Doernick het voorschreven
goed opgedragen tot behoef van Claes Vanden Roije voorschreven voor 200
rinsgulden Brabants geld eens. Claes is ter gichte gekomen met recht.
1532, 25 april.
Folio 40
Jan Scuelens
heeft voor hem en voor zijn broeder Lenart Scuelens de goederen ontvangen die
hun aangestorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.
1532, 25 april.
Folio 40v
Jan Snijders
heeft opgedragen een heide in 'die Wolfs Keel' gelegen, grenzend Lemmen
Stapparts 1), Beater Wellers 2) en die gemeyn straet 3) voor 4 stuivers
erfelijk en 3 rinsgulden gereed geld (contant). Tot behoef van Sijmon
Croechs, die ter gichte kwam met recht.
1532, 25 april.
Folio 40v
Jan Poelmans
heeft een bloeck opgedragen gelegen te Zourle, grenzend meester Jan Clingermans
erfgenamen 1), sheren straet 2) en Frans Stapparts 3) voor 40 rinsgulden
Brabants gereed geld tot behoef van Reynke Scurmans, die ter gichte is gekomen
met recht.
1532, 25 april.
Folio 41v
Truijke Peters
alias Baens heeft de goederen ontvangen die haar aangestorven zijn na de dood
van Art Baens, haar vader zaliger.
1532, 25 april.
Folio 41v
Merten Wagemans
met zijn huisvrouw Oije Poels heeft opgedragen zijn gedeelte van huis en hof te
Zourl gelegen, grenzend sheren straet aan twee zijden en Wouter Stapparts 3)
tot behoef van Goijvarts Vanden Hoeven voor 9 rinsgulden Brabants geld. Govart
werd erin gegicht met recht.
1532, 09 mei.
Folio 42
Lenart Scuylens
van Hechtelt heeft opgedragen het vierdedeel van een stuk broek gelegen te
Coersel onder Oversel, grenzend Jan Oijen 1), die Roije Beeck 2) en 'die Groet
Beeck' 3), tot behoef van Jan Scuylens, zijn broer, voor 9 rinsgulden Brabants
geld. Jan is ter gichte gekomen met recht.
1532, 16 mei.
Folio 44
Henrick Thijs
met zijn huisvrouw Alet Scuelens, Wilboert Vaes van Huesden met zijn huisvrouw
Barbel Scuelens, Wouter van Doernick met zijn huisvrouw Marie Scuelens hebben
hun gedeelte van een stuk broek opgedragen in Oversel gelegen, grenzend 'den
Cromp Hals' 1), Jan Oyten 2) en 'die Groet Beeck' 3). Voor 27 rinsgulden
Brabants geld tot behoef van Jan Scuelens. Jan werd erin gegicht met recht.
1532, 16 mei.
Folio 44v
Willem Frans met
zijn huisvrouw Lijsbeth Pouwels heeft een stuk land opgedragen gelegen onder
Scuelen, palend heer Gijsbrecht Kelberichs 1), Jan Poels erfgenamen 2) en Loyck
Dormaels 3), tot behoef van Henricx Van Heerl voor 29 rinsgulden en een halve
Brabants geld. Henrick is ertoe gekomen met recht.
1532, 19 mei.
Folio 45
Cristijn Vander Linden
met haar geleverde momber Geert Vanden Linden heeft haar tocht opgedragen van
een stuk broek gelegen Int Lutkensoeur, grenzend mijn vrouwe van Lumpmen 1), de
Demer 2) en 'die Laeck' 3), tot behoef van haar kinderen Geert Vanden Linden,
Vaes Vanden Linden, Mereij Vanden Linden, Lijsbeth, Cristijn en Anna Vanden
Linden die daarmee tot tocht en erve zijn gekomen met recht.
Dadelijk daarna,
nu tocht en eigendom samen zijn, hebben Geert en Vaes en Merey, Lijsbeth en
Cristijn met hun geleverde momber meester Jan van Gelmen dit voorschreven stuk
broek opgedragen tot behoef van Jannes Van Scaffen voor 6 gouden cronen boven
alle lasten en onkosten. Jannes is ertoe gekomen met recht. Geert, Vaes,
Merike, Lijsbeth en Cristijn met hun momber hebben beloofd en toegezegd dat ze
hun zuster deze gicht zullen laten lauderen als ze oud genoeg zal zijn.
1532, 28 mei.
Folio 45v
Claes Hubrechts
heeft zijn gedeelte, het derde deel van twee half bonder broek opgedragen,
gelegen het ene op de Laeck, grenzend Tijs Moens 1) en Poel Poels 2). Het
andere is gelegen 'Int Fraessenbrouck', palend Truyke Minbiers 1), Henrick Tijs
kinderen 2) en Tieuwis Herien 3). Opgedragen voor 43 rinsgulden boven alle
lasten, Brabants geld. Tot behoef van heer Bartholomeuwis van Doernick, die daartoe
is gekomen met recht.
1532, 06 juni.
Folio 47
Art Vaes met
zijn geleverde momber Peter Maechs heeft een stuk land opgedragen gelegen te
Coersel, palend Meelis Vaes 1), Peter Van Leelen 2), tot pand voor een halve
mudde rogge en 1 rinsgulden jaarlijks, tot behoef van Art Van Postel. Voor 30
rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten met gelijke penningen. Art Van Postel
is ertoe gekomen met recht. De philipsgulden wordt gerekend aan 25 stuiver en
het ander geld nae advenant en 1 stuiver voor 1 stuiver.
1532, 06 juni.
Folio 48
Henrick Vernijen
heeft een half mud koren opgedragen dat hij gelden had aan panden van Rener
Swinnen en die Henrick Vernijen in 1530 op de laatste dag van juni van Renier
gekocht had. Opgedragen tot behoef van Joris Kelberichs voor 5 vat koren
jaarlijks die Joris kort geleden van Henrick gekocht heeft. Henrick zal Joris 3
rinsgulden eens geven voor een van de vijf vaten. Joris is ertoe gekomen met
recht. (Joris verwerft dus het half mud koren jaarlijks aan panden van Renier
Swinnen. Henrick kwijt zijn last van vijf vat hiermee aan Joris.)
1532, 06 juni.
Folio 48
Geert Meeus van
Hechtelt heeft een beemd opgedragen, gelegen bij 'den Hoghen Bosch' te Coersel,
met uitzondering van de tocht van Geert daarin, tot behoef van zijn drie kinderen
Huybrecht, Aert en Geert. Zijn kinderen zijn hierin gekomen met recht.
1532, 27 juni.
Jaargeding na Sinte Jans dach. Folio 50
Thijske Bogaerts
heeft opgedragen zijn huis en hof aan t Stappenheiken gelegen, grenzend sheren
straet 1), Geerken Cannarts 2), Geerken Lemmens 3), als een pand voor een half
mudde rogge jaarlijks. Elk vat moet met 5 stuivers Brabants betaald worden.
Voor 12 rinsgulden Brabants geld eens waarmee het kan gekweten worden.
Opgedragen tot behoef van Reynke Scurmans, die ter gichte kwam met recht.
1532, 27 juni.
Jaargeding na Sinte Jans dach. Folio 50v
Jaspar Wellens
met zijn huisvrouw Katlijn Niellens heeft opgedragen een stuk land gelegen
tGhenen Stal, grenzend sheren straet 1), Jaspar voorschreven 2) en Henrick
Nielens 3), voor 37,5 rinsgulden eens. Opgedragen tot behoef van Henrick
Niellens voorschreven, die ertoe gekomen is met recht.
1532, 27 juni.
Jaargeding na Sinte Jans dach. Folio 51v
Anna Witters en
Lijsbeth Witters hebben als hun mombers Aert Witters en Michiel Maechs gesteld
met recht.
1532, 27 juni.
Jaargeding na Sinte Jans dach. Folio 51v
Vervolgens zijn
Anna en Lijsbeth Witters verschenen met hun voorschreven mombers en hebben al
hun goederen, die hier sorteren en gelegen zijn in Oversel, opgedragen voor 40
rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Jan Witters, die ter gichte is
gekomen met recht.
1532, 27 juni.
Jaargeding na Sinte Jans dach. Folio 53
Rener Swinnen
heeft opgedragen de 8 stuivers jaarlijks die hij gelden had aan Lemken pande te
Scuelen aan 'geen leem cuijlen' gelegen, grenzend Jan Luyten 1), de gemeijn
strate 2), voor 6 rinsgulden en 6 stuivers Brabants geld. Hij heeft er met
recht afstand van gedaan tot behoef van Jan zoon van Peter Scurmans, die ertoe
gekomen is met recht.
1532, 13 juli.
Folio 54v
Merike Wiggers
alias Duytschen met haar geleverde momber Peter Neven der alde heeft 10
stuivers jaarlijks en erfelijk opgedragen die ze gelden had aan pand van Jan
Snijers, namelijk aan een hof gelegen te Sculen, palend de straat aan twee
zijden, Jacop Vanden Vinne 3) en Poels Poels 4). Draagt tevens 5 stuivers op
die ze gelden had aan de goederen van de kinderen van Peter Joes zaliger,
namelijk aan een stuk broek geheten 't Gielis Brouck', grenzend Herman
Borgelins 1), de Laeck 2). Deze renten waren haar aangestorven na de dood van
Gielis Duytschen, haar broer zaliger. De som en de panden van de 5 stuivers
hoven in de hof Vander Heilicheit. Tevens draagt ze 5 stuivers jaarlijks en
erfelijk op die ze gelden had aan huis en hof toebehorend aan de kinderen van
wijlen Peter Joes, die haar ook aangestorven zijn na de dood van haar
voorschreven broer. Ze heeft er afstand van gedaan met haar momber tot behoef
van Herman Borgelins voor 14 rynsgulden Brabants. Herman is tot de gichte
gekomen.
1532, 22 juli.
Op Sinte Marien Magdalenen dach. Folio 55v
Merike Wiggers
met haar geleverde momber heeft begeerd om 'gewalt geslagen te hebben Dries
Inden Bosch' van haar goederen tShoyeters gelegen. Dit werd ter rollen gewezen
en bekwame dag van genachte op de derde dag.
1532, 22 juli.
Op Sinte Marien Magdalenen dach. Folio 55v
Heer Raes van
Herck heeft de goederen ontvangen die hem aangestorven zijn na de dood van zijn
zuster Kathelijn zaliger.
1532, 24 juli.
Folio 55v
Dries Inden
Bosch verscheen voor het recht.
1532, 12 september.
Folio 57
Claes Vanden
Roije alias Geerts heeft een stuk broek opgedragen 'opt Lutkensuer' gelegen,
groot omtrent 1,5 zille, grenzend 'die Demer' 1), de heer van Lumpmen 2), die
Laeck 3), rijdend tegen Jannes van Scaffen. Opgedragen voor 58 rinsgulden
Brabants gevalueerd geld tot behoef van Joannes Van Scaffen voorschreven, die
ter gichte is gekomen met recht. Claes heeft beloofd op al zijn goederen om het
Jannes goed te doen indien hij enige hinder zou ondervinden vanwege deze koop.
1532, 03 oktober.
Jaergedinge nae Sinte Remeijs dach. Folio 62
Jan Poels met
zijn huisvrouw Marie Vernijen heeft opgedragen huis en hof in Scuelen gelegen,
grenzend de straat 1), Reynke van Malborch 2), als een pand voor 1 rinsgulden
erfelijk Brabants geld voor 16 rinsgulden Brabants. Verkocht aan Marta Coex.
Marta is ertoe gekomen met recht.
1532, 03
oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeijs dach. Folio 62v
Leys Jans heeft
met zijn huisvrouw Lijske Bogaerts opgedragen een heide gelegen 'in die Wolfs
Keele', grenzend de straat 1), IJken Pipen 2), voor 5 rinsgulden Brabants geld
aan Loijch Vernijen. Loijck is ertoe gekomen met recht.
1532, 03
oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeijs dach. Folio 63
Jaspar Wellens
met zijn huisvrouw Katlijn Nielens heeft opgedragen een schuur met een hofstat
waar ze op staat gelegen 't Gheene Stal', grenzend Jaspar voorschreven aan 2
zijden en Henrick Melkens 3), voor 12 rinsgulden Brabants geld, tot behoef van
Henrick Melkens. Henrick is ertoe gekomen met recht op voorwaarde dat hij door
de 'mesthof' van Jaspar zal mogen varen tot dit goed. (Mesthof niet
letterlijk nemen. Hiermee bedoelde men het erf van de boerderij, dus open
plaats tussen de gebouwen.)
1532, 17
oktober. Folio 65
Jan Reijners
heeft opgedragen 2 gulden jaarlijks die hij gelden heeft op en aan huis en hof
gelegen in Coersel en aan een daechmael broek daar achter gelegen, volgens de
gezegelde broef ervan verduidelijkt, tot behoef van de eerw. heren deken en
kapittel van Sint Jans Baptisten binnen Diest om de donderdagsmis van het E.H.
Sacrament te laten celebreren volgens de inhoud en de voorwaarden van de
fundatie. Heer en meester Willem Bloemarts, 'canoninck ende cantor der
collegiale kercken van Sint Jans' voorschreven, is in de 2 gulden erfelijk
gegicht en gegoed met recht.
1532, 17
oktober. Folio 65v
Jan Reyners van
Diest wil gecertificeerd hebben hoe Reyner Mertens vroeger opgedragen heeft 2
rinsgulden jaarlijks, hoe en op en aan welke panden tot behoef van Jan Reyners
voorschreven. Ze certificeren dat ze het volgende vonden op 6 februari 1482.
Reyner Mertens
heeft opgedragen 2 rinsgulden jaarlijks met valdag op Sinte Mertensmisse. Deze
last mag men afleggen met 36 rinsgulden en met volle rente. Hij staat aan huis
en hof, grenzend 'die persoen' O, Henrick Custers W en des heeren straet 3) en
nog aan een dachmael broek achter het voorschreven goed gelegen, grenzend 'die
persoen' O en Reyner die Voecht W. De goederen zijn verder enkel belast met de
grondcijns. Verkocht aan Jan Reynders zoon van Henrick, die erin gegicht werd
met recht.
Dadelijk daarna
heeft Jan Reijnders voorschreven deze 2 rinsgulden jaarlijks voorschreven
opgedragen tot behoef van de E.H. dekens en het kapittel van Sint Jans Baptista
binnen Diest ter hulp en tot behoef van de donderdagsmis van het E. Heilig Sacrament
te doen celebreren volgens de fundatie van de mis. Heer en meester Willem
Bloemarts, kanunnik en cantor van de collegiale kerk van Sint Jan voorschreven,
is tot behoef van de voorschreven heren dekens en het kapittel 'met menisse des
meijers ende vonniss der scepenen' in de 2 rinsgulden gegicht en gegoed met
alle vormen van recht.
1532, 17
oktober. Folio 66v
Willem Vyfeycken
met zijn geleverde momber Wouter Nijlis en Wouter Jans kwijten de kinderen van
Jan Poelmans en hun panden van een mudde rogge kwijtpacht dat zij gelden hadden
aan de voorschreven panden. Indien er hinder kwam, dan zullen Willem en Wouter
die op hun nemen en eraf doen.
1532, 17
oktober. Folio 66v
Art Smeets van
Laeck heeft opgedragen een stuk broek onder Coersel gelegen, grenzend Jan
Tielens 1), de beek 2) en Toenis Witters 3), tot behoef van zijn zoon Jan. Voor
30 rinsgulden Brabants geld eens. Jan is tot de gichte gekomen met recht.
1532, 17
oktober. Folio 67
Peter Wijnen
houdt de gichte van macht die zijn broer Jan Wijnen vroeger aan Jan Hoefmans
heeft gedaan.
1532, 14
november. Folio 70
Jannes Op
Straet, IJda Op Straet, Heilwich Op Straet, Elizabeth Op Straet hebben de
goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van hun broer Merten Op
Straet zaliger.
1532, 14 november.
Folio 70
Peter Van
Grunendael heeft voor de kinderen van Rener Op Straet, namelijk de broers Jan,
Philips, Rener, Huybrecht, Peter Op Straet en voor de kinderen van Cristijn Op
Straet, namelijk broer en zusters Rener, Marie en Susanna Op Straet, de goederen
ontvangen die hen aangestorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.
1532, 14
november. Folio 70
Jannes Op Straet
met zijn geleverde momber Henrick Goijens, Peter Van Grunendael momber van zijn
huisvrouw Elizabeth Op Straet, Peter Jans momber van zijn huisvrouw Heilwich Op
Straet, IJda Op Straet met haar geleverde momber Peter Van Grunendael hebben
opgedragen 2 mudde rogge jaarlijks die ze gelden hebben aan panden van Henrick
Wynen in het gemeijn broeck in Coersel gelegen; nog een mudde rogge jaarlijks
die ze gelden hebben aan pand van wijlen Henric Snoex dat nu toebehoort aan Jan
Sentens; nog een mudde rogge jaarlijks dat ze gelden hebben aan pand van Peter
Bullekens tot behoef van de kinderen van Anna Op Straet, namelijk Ariaen,
Jaspar, Marie, Cristijn. Jaspar Hillen is tot de gichte gekomen van de
voorschreven mudden koren tot behoef van de kinderen van Anna Op Straet
voorschreven met recht. Voorwaarde is dat Anna, de moeder van deze kinderen in
de voorschreven mudden koren haar tochtrecht zal behouden zolang ze leeft.
Mocht Anna hertrouwen en weer wettige kinderen krijgen, dan zullen ook de
nakinderen gerechtigd zijn met de voorschreven kinderen in deze mudden.
Voorwaarde is nog dat Marie Joerdens de tocht zal behouden van het mudde rogge
dat aan panden van Jan Sentens staat, zolang ze leeft.
1532, 14
november. Folio 71
Katlijn Loers
met haar geleverde momber Art Teggers heeft haar tocht opgedragen van een halve
bonder beemd gelegen in Oversel, grenzend 'tGroet Brouck' 1), 'den Hogen Bosch'
2), meester Jan Liebens 3), tot behoef van haar zoon Art Loers en Art Tielens
als momber van zijn huisvrouw Eelen Loers, die daartoe met reecht zijn gekomen.
Dadelijk daarna,
nu tocht en erve samen zijn, heeft Art Tielens voorschreven zijn gedeelte van
het voorschreven half bonder beemd opgedragen aan Art Loers voor 9 rinsgulden
Brabants geld. Art Tielens werd ein in de naam van Art Loers in gegicht en
gegoed met recht.
1532, 14
november. Folio 71
Jan Op Straet
zoon van Rener Op Straet heeft opgedragen een stuk broek gelegen 'int Lanck
Hout', grenzend Goris Van Eertwech 1), de H. Geest van Coersel 2) en 'den
Eschelen Bosch' 3), tot behoef van de kinderen van Anna Op Straet namelijk
Ariaen, Jaspar, Marij en Cristijn. Jaspar Hillen is tot behoeef van de voorschreven
kinderen tot de gichte gekomen met reecht.
1532, 28
november. Folio 73v
Jacob Everarts
heeft opgedragen het halve mudde rogge en 13 stuivers jaarlijks dat hij gelden
heeft aan panden van Art Vaes in Coersel gelegen, namelijk aan een beemd in
Oversel geheten 'den Peerre Beempt', tot behoef van Art Bungers, die ertoe
gekomen is met recht.
1532, 12
december. Folio 75v
Anna Kenens en
Katlijn Moens met hun geleverde momber Peter Neven die Jonge, die hen met recht
werd verleend, en Cristijn Kenens met haar door het recht geleverde momber
Peter Cornelis hebben elk apart opgedragen hun tocht van een stuk broek geheten
'die Eechde' in Coersel gelegen, grenzend Henrick Goijens aan 2 zijden, Vaes
Vanden Putte kinderen 3) en de beek 4), tot behoef van hun kinderen. Dat gaat
bij Anna om Henrick Hoefmans als momber van zijn huisvrouw Marie; bij Katlijn
Moens om haar zoon Peter en bij Cristijn tot behoef van haar zoon Henrick. De
kinderen zijn hiermee tot tocht en erve gekomen met recht.
Dadelijk daarna,
nu tocht en erve samen zijn, hebben Henrick Hoemans als momber van zijn
huisvrouw Marie Moens, Peter Kenens en Henrick Kenens het voorschreven stuk
broek 'dEechde' opgedragen tot behoef van Henrick Goijens voor 175 rinsgulden
Brabants gevalueerd geld eens. Henrick Goyens is tot de gichte gekomen in het
broek met recht op voorwaarde dat hij aan Peter en Henrick in afkorting van 125
rinsgulden Brabants van de voorschreven som overgichten zal 2 mudde rogge
jaarlijks en 3 'golde' gulden jaarlijks en de rest moet hij betalen in goed
Brabants geld.
Dadelijk daarna
heeft Henrick Goyens met zijn geleverde momber Peter Neven die jonge opgedragen
de 2 mudde rogge jaarlijks die hij gelden heeft aan pand van Jan Sentens en
pand van Henrick Berch en nog 1 goudgulden jaarlijks die hij gelden heeft aan
pand van Jan Tielens in Castel tot behoef van Peter Kenens, volgens de
voorschreven voorwaarden. Peter is ertoe gekomen met recht.
Henrick Goijens
heeft nog opgedragen de twee goudgulden jaarlijks die hij gelden had aan pand
van de kinderen van Adriaen Duncops tot behoef van Henrick Kenens, eveneens
volgens de voorschreven voorwaarden. Henrick Kenens is tot de gichte gekomen
met recht.
1533, 09
januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 78
Jan Hauben met
zijn huisvrouw Dingen Custers en Loijck Beckers hebben kwijtgescholden en
gekweten het mudde rogge jaarlijks kwijtpacht dat ze gelden hebben aan pand van
Henrick Jueten in Coersel gelegen. Ze kweten zowel Henrick als het pand.
1533, 09
januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 78
De broers Loijck
Beckers en Jan Beckers hebben afstand gedaan van hun rechten op elkaars deel
van hun deling. Loyck zal het huis hebben met de halve hof daaraan gelegen waar
zijn vader uitgestorven is en de helft van 'den Paelmans Hoeven' oostwaarts
gelegen; tevens een stuk broek ter Brabantse aarde gelegen. Jan zal de andere
helft hebben van de voorschreven hof met de schuur en het andere gedeelte van
de 'Paelmans Hoeve'; nog een stuk broek geheten 'den Knoeps Beempt' en nog hun
gedeelte in 'die Stuck' en in 'die Donck'.
1533, 09
januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 78v
Jan Nobels en
Tielen tSgreven als momber van zijn huisvrouw Marie Nobels en Anna Nobels
hebben de goederen ontvangen die hen aangestorven zijn na de dood van hun
ouders zaliger.
1533, 09
januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 78v
Tielen tSgreven
met zijn huisvrouw Marie Nobels en Anna Nobels met haar geleverde momber
Henrick Goyens hebben hun gedeelte opgedragen van een stukje broek gelegen in
Coersel 'int Groet Brouck' voor 20 rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van
Jan Nobels. Jan is ertoe gekomen met recht.
1533, 09
januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 78v
Henrick Goijens
heeft in de naam van de kinderen van Anna Opt Straet, namelijk Adriaen, Jaspar,
Marij en Cristijn, de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van
hun ouders.
1533, 09
januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 79
Govaert Punters
heeft bekend dat hij de hoffstat die hem vroeger gepaald is geweest, ontvangen
heeft en opgenomen heeft tot behoef van de eerste kinderen van zijn huisvrouw
omdat het aan hun goed gelegen en gepaald is.
1533, 09
januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 79v
Rener Swinnen
heeft opgedragen zijn huis en hof 'op die Stap' gelegen, grenzend Jan Luyten 1),
'die gemeijn straet' 2) als een pand voor een half mud rogge erfelijk voor 14
rinsgulden Brabants gevalueerd geld. Opgedragen tot behoef van Jan Scurmans,
zoon van Peter, die tot de gichte is gekomen met recht.
1533, 09
januari. Jaergedinge nae derthien dach. Folio 80
Jan Sijbens met
zijn huisvrouw Tuen Mertens heeft opgedragen de tocht die Tuen heeft aan een
heike gelegen 'opt Stappenheiken', grenzend Loyck Cronen 1), sheren straet 2),
tot behoef van Marten Stapparts, Henrick Stapparts en Griet Stapparts, de
kinderen van Tuen voorschreven. De kinderen zijn hiermee tot tocht en erve
gekomen met recht.
Dadelijk daarna
nu tocht en erf samen zijn, hebben Marten en Henrick het voorschreven heike
opgedragen voor 12 rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Geert Pijls.
Geert is ertoe gekomen met recht.
1533, 23
januari. Folio 82
Heilloff Jannes
alias Int Molen IJser kwijt Henrick Hoefmans van Coersel en zijn panden vaan
een mudde koren jaarlijks. Hij bekent dat hij 18 rinsgulden Brabants ontvangen
heeft. Mocht het hoger te kwijten staan, dan zal Henrick dat bijleggen.
1533, 06
februari. Folio 82
Jan Binnemans
van Coersel heeft opgedragen een stuk land geheten 'die Zille' in Coersel
gelegen, grenzend Henrick Moens 1), Peter Leijssen 2), voor 55,5 rinsgulden
Brabants geld eens. Jan Meijntens is ertoe gekomen met recht. Het goed is
belast met 1/5 van een vaet koren grondcijns aan de heer van Lumpmen.
1533, 06
februari. Folio 84v
Huybrecht
Scepers met zijn huisvrouw Lysbeth en Jacop Van Exel als momber van zijn
huisvrouw hebben opgedragen hun gedeelte van een stukje broek gelegen in
Oversel, grenzend Henrick Goyens 1), Peter Eelen 2) en Kaerle Lieuwis 3), voor
32 rinsgulden Brabants gevalueerd geld. Verkocht aan Ariaen Wellens, die tot de
gichte is gekomen met recht.
Op 10 juli 1533
heeft Heilof Keeskens, de huisvrouw van Jacob Van Exel voorschreven, de gicht
van waarde gehouden die haar man Jacob hiervoor gedaan heeft.
1533, 06
februari. Folio 86
Henrick Vaes
heeft opgedragen een stuk broek gelegen 'inden Peerre Beempdt', grenzend Art
Vaes 1)n Melis Vaes 2) en Jan Mommen 3), sheren straet 4), in ruil voor een
zille broek gelegen in Haexelaer, grenzend Ariaen die Smeet 1), Jan Hoefmans 2)
en Peter de Molder 3), tot behoef van Henrick Vanden Putte. Henrick Vanden
Putte geeft aan Henrick Vaes nog 30 rinsgulden met de hoefrechten toe. Henrick
Vanden Putte is ertoe gekomen met recht.
Vervolgens
draagt Henrick Vanden Putte het voorschreven stuk broek op tot behoef van
Henrick Vaes, die tot de gichte is gekomen met recht.
1533, 06
februari. Folio 88v
Lijsbeth Witters
met haar geleverde momber Henrick Goijens heeft opgedragen de tocht die ze had
aan al de goederen die hier sorteren tot behoef van Eel Oyen als momber van
zijn huisvrouw Griet Witters, die hiermee tot tocht en erf kwamen met recht.
Dadelijk daarna,
nu tocht en erve samen zijn, heeft Eel met zijn huisvrouw opgedragen hun
kindsgedeelte hier boven opgedragen voor 50 rinsgulden Brabants geld en 5
stuivers eens, tot behoef van de kinderen van Crijn Kenens, namelijk Peter en
Heijn. Crijn is ter gichte gekomen met recht voor zijn twee kinderen met
uitzondering van zijn tocht aan dit goed zijn leven lang, maar Lijsbeth Witters
voorschreven houdt haar tocht ook eraan.
1533, 06
februari. Folio 89
Henrick Snijers
met zijn huisvrouw Anna Duncops en Jan Cuypers met zijn huisvrouw Katlijn
Duncops hebben opgedragen hun kindsgedeelte in Castel gelegen, voor 80
rinsgulden Brabants geld eens, tot behoef van Jan Rutten van Hechtel. Jan
Rutten is tot de gichte gekomen van het kindsgedeelte met recht.
1533, 06
februari. Folio 89
Jan Rutten van
Hechtelt heeft opgedragen 14 halster rogge jaarlijks zoals hij gelden heeft aan
pand van Jan Raymekers in Haexelaer gelegen. Die staan te kwijten met 38
rinsgulden en 5 stuivers Brabants geld eens. Opgedragen tot behoef van Henrick
Snyers als momber van zijn huisvrouw Anna Snijers, die tot de gichte is gekomen
met recht. Mocht blijken dat het pand niet voldoende is voor deze 14 halster
rogge, dan mogen Henrick en zijn nakomelingen dit halen aan de Loonse goederen
van Jan.
1533, 06
februari. Folio 89v
Leijs Jans met
zijn huisvrouw Lijsbeth Bogaerts heeft opgedragen zijn huis en hof op 'die
Stappe' gelegen, grenzend de straat 1), Geert Kannarts 2) en nog 2 heikens aan
het voorschreven goed gelegen voor 35 rinsgulden Brabants geld eens boven de
uitgaande lasten. Huybrecht Beckers is tot de gichte gekomen met recht.
1533, 06
februari. Folio 90
Brigitta Tax met
haar geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen haar tocht die ze bezit na
de dood van haar man van de goederen die hier sorteren tot behoef van haar
kinderen Jan Wynen en Jan Moens als momber van zijn huisvrouw Heilof Wynen. De
kinderen zijn hiermee tot tocht en erve gekomen met recht.
Dadelijk daarna,
nu tocht en erve samen zijn, hebben Jan Wynen en Jan Moens als momber van zijn
huisvrouw afstand gedaan van hun rechten op elkaars deel van hun deling. Jan
Wynen zal hebben de schuur met een hof voor zover die hier hooft en Jan Moens
zal een beemd hebben in 'Oversloe' gelegen. Jan Wynen bekende zijn moeder
Brigitte haar tocht van zijn gedeelte voorschreven.
1533, 20 maart.
Folio 95
Lysbeth Claes
met haar geleverde momber haar broer Geert Claes heeft opgedragen haar tocht
van een stuk land gelegen in Castel, grenzend Jan Beckers 1), Jan Tilens 2),
tot behoef van haar kinderen Anna, Lysbeth, Brij, Marij en Heilken, die hiermee
tot tocht en erve gekomen zijn met recht.
Dadelijk daarna,
nu tocht en erve samen zijn, hebben Anna, Lysbeth, Brij, Marij en Heilken met
hun geleverde momber Geert Claes opgedragen het voorschreven stuk land tot
behoef van Jan Ruttens voor de aanstaande lasten. Jan is ertoe gekomen met
recht op voorwaarde dat hij aan Griet Spedincks 35 stuivers zal betalen en aan
de H. Geest van Coersel 4 halster rogge en nog aan Wouter Nelis van Helchteren
1(?) mud rogge jaarlijks en nog 15 rinsgulden eens om te helpen aan de andere
lasten die aan Jan Liebens staan ter Loonse aarde. Het bloeck zal vrij zijn van
andere lasten die aan de overige Loonse goederen mochten staan. De voorschreven
kinderen en de moeder zullen de andere onmondige kinderen voor het recht
brengen om in te stemmen als ze mondig zijn. (Laatste gedeelte is moeilijk
leesbaar.)
1533, 20 maart.
Folio 96v
Gilis Coex heeft
opgedragen het mudde rogge jaarlijks dat hij gelden heeft aan Luijt Hoefkens
pand in Scuelen op die Stappe gelegen bij het erve van Joris Kelberich en Jan
Luyten en 3) 'die gemeijn straet', tot behoef van Herman Borgelins voor een
mudde rogge jaarlijks dat Herman gelden had op en aan Leijs Bijnen(?), hovend
in de Brabntse bank. Gilis en Herman hebben deze goederen geruild zonder elkaar
iets toe te geven. Herman is tot de gichte gekomen in het mudde rogge met
recht.
1533, 16 april.
Folio 98
Peter Winters
alias Lathouwers heeft opgedragen een stuk land in Scuelen 'op den Mier'
gelegen, grenzend Joris Van Wimeringen 1), Rener Van Malborge 2) en Jan
Scurmans 3), als een pand voor een halve mudde koren kwijtpacht voor 12,5
rinsgulden Brabants geld, waarvoor het ook te kwijten staat. Opgedragen tot
behoef van Heer Govaert Snoecx, die tot de gichte is gekomen met recht.
Op 14 februari
kwam mr. Philips Vande Laer en hij bekende dat hij de hoetpenningen van het
bovengeschreven half mud rogge ontvangen heeft.
1533, 08 mei.
Folio 98v
Geert Hermans
heeft opgedragen een stukje erf in Scuelen gelegen, namelijk zijn gedeelte
daarvan, tot behoef van Jan Beckers in ruil voor het goed dat hierna beschreven
wordt. Jan is ertoe gekomen met recht.
1533, 08 mei.
Folio 98v
Jan Beckers
voorschreven met zijn huisvrouw Heilof Jacops heeft opgedragen een perceeltje
land 'het Hoelmans Bloeck', grenzend Merten Dynen 1), 'Copis Bloeck' 2) en Art
Bosmans 4) en nog 1 rinsgulden Brabants geld jaarlijks, of 20 rinsgulden eens
Brabants daarvoor. Geert Hermans is tot de gichte gekomen met recht.
1533, 08 mei.
Folio 99
Art Vaes met
zijn huisvrouw Cunegunda Keeskens heeft opgedragen hun gedeelte van een stukje
broek gelegen in Oversel, palend Henric Goyens 1), Peter Eelen 2), voor 17
rinsgulden Brabants geld. Henrick Keeskens is erin ter gichte gekomen met recht
op conditie dat Henric aan Aert zijn geld geven zal op hun voorwaarde.
1533, 29 mei.
Folio 100v
Jan Greven van
Scuelen heeft opgedragen huis en hof en al hetgeen waar hij macht over heeft
tot behoef van Magriet Scurmans voor een half mudde rogge jaarlijks erfpacht en
voor 14 rinsgulden Brabants eens te betalen. Magriet is met recht tot de gichte
gekomen.
1533, 29 mei.
Folio 100v
Jan Witters zoon
van Tijs Witters heeft opgedragen zijn hele kindsgedeelte, voor zover het hier
hooft, tot behoef van Jan Van Hamme, zoon van Peter van Hamme, in ruil voor een
ander goed onder de bank van Exel gelegen. Jan Van Hamme is tot de gichte
gekomen met recht. Jan Witters beloofde aan Jan Van Hamme dat indien die
problemen zou krijgen met zijn zwager die buiten het land is, dat hij hem dat
zal vergoeden.
1533, 26 juni.
Folio 104v
Mathijs Bogaerts
heeft opgedragen huis en hof op 'die Stappe' gelegen, grenzend sheren straet
1), 'dat Dreijers Goet' 2) en Geerke Lemmens 3), als een pand van een mudde
rogge jaarlijks voor 23 rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten met gelijk
geld. Opgedragen tot behoef van Lieben Coex. Mathiewis Cawenberchs is tot
behoef van Lieben voorschreven tot de gichte gekomen met recht op voorwaarde
dat Mathijs en zijn nakomelingen mogen betalen met 5 stuivers Brabants voor
elke halster of in goed graan.
1533, 26 juni.
Folio 104v
Mathijs Mons
alias Heijtens heeft opgedragen al zijn Loonse goederen in Scuelen gelegen als
een pand voor 2 rinsgulden jaarlijks Brabants geld met valdag op Lichtmisse
eerstkomend. Voor 36 rinsgulden Brabants geld eens, waarmee de last ook te
kwijten staat. Jannes Hoens is ertoe gekomen met alle punten van recht.
1533, 26 juni.
Folio 105
Jan Swarts heeft
opgedragen 3 vierdel broek gelegen met een zijde aan 'den Raven Beempt', 2)
Heilke Herien en 3) 'den Luyten Beempt', voor 26 rinsgulden Brabants geld tot
behoef van Jan Clockers, die tot de gichte is gekomen met recht.
1533, 26 juni.
Folio 105v
Jacob Vanden
Bogaerde heeft opgedragen een stuk broek in Gestel gelegen, grenzend Peter
Hoecmans 1), Merten Van tSeer 2) en nog 'den halven Langen Beempt' rijdend
tegen de kinderen van Jan Van Heerl, grenzend Jan Vanden Bogaerde 1), Tijs
Hozen 2), tot behoef van Tijs Hoeveners voor een halve zille broek gelegen bij 'den
Hauven Beempt', grenzend Art Mekers 1), de Laeck 2) en de straat 3); nog een
heike gelegen opt Scurmans Eynde, grenzend 'Onsen Liver Vrouwen Bosch' 1),
Lenart van Gelmen 2). Opgedragen in ruil zonder elkaar iets toe te geven.
Mathijs is tot de gichte gekomen met recht.
1533, 26 juni.
Folio 106
Mathijs
Hoeveners heeft opgedragen de halve zille broek en het heike hiervoor vernoemd
voor het goed dat Jacop Vanden Bogaerde hiervoor opgedragen heeft in ruil zoals
voorschreven staat. Jacop Vanden Bogaerde is tot de gichte gekomen met recht.
1533, 22 juli.
Folio 109
Geert Cannaerts
heeft uitgegeven aan Thoen Sybens Vanden Inde en haar drie kinderen, namelijk
Merten, Heyn en Griet, 2 stukken land in erfcijns onder Scuelen gelegen,
grenzend 'die Heer Straet' 1) en 'die Heesen Driesen' 2), 'des joncker bosken'
3), voor 6 gulden Brabants geld min 5 stuivers jaarlijks met eerste valdag op
Kerstmis eerstkomend en uiterlijk half maart. Thoen met haar kinderen zullen
onderpand stellen aan Geert voorschreven. Jan Sybens is tot de gichte gekomen
met recht tot behoef van de voorschreven partijen. Thoen Vanden Inde met haar
wettige man en momber (niet vernoemd) en verder Henrick en Merten
voorschreven hebben opgedragen huis en hof gelegen in Scuelen, grenzend 'die
Custers Straet' 1) 'dat Backhuys Welt' 2); nog hierbij 'Stappers Belyck' met
zijn toebehoren, grenzend 'der Luyker(?) Boss' 1) en Philips Bolvrij 2), als
een onderpand voor de voorschreven jaargulden. Geert is ter gichte gekomen in
het onderpand. Merten en Henrick beloofden om hun zuster voor het recht te
brengen om in te stemmen als ze mondig is.
Tone Vanden Inde
voorschreven met haar kinderen hebben het voorschreven goed opgedragen als een
pand voor 4 rinsgulden Brabants jaarlijks (de keysersgulden voor 20 stuivers,
de philipsgulden voor 25 stuivers, de stuiver voor stuiver gerekend). Af te
leggen met 62 rinsgulden Brabants en met volle rente volgens verloop van tijd.
Geert Cannaerts werd in de 4 rinsgulden Brabants jaarlijks gegicht en gegoed
met recht. Voorwaarde is dat ze met dit geld zullen afleggen 2 mudde koren
jaarlijks waarmee deze panden belast zijn, tussen dit en Sint-Andriesdag boven
de voorschreven 6 gulden min 5 stuivers die daar uitgaan aan Peter Minten.
Henrick en Merten hebben beloofd om hun zuster hier te brengen om in te stemmen
als ze mondig is. Op 14 februari 1544 heeft Magriet Stappers alias Vanden Inde
de voorschreven gicht gelaudeerd die haar broers voor haar gedaan hebben met
haar geleverde momber Merten Goetbloets maar ze reserveert zich haar gerechtigdheid
en haar goed recht omdat ze ervan geen geld heeft ontvangen en zij dus langer
onmondig is geweest.
1533, 04
september. De eerste genachten na 'den oechst'. Folio 109v
Loyck Jannen,
Peter Janne, Merike en Griet Jannen hebben de goederen ontvangen die hen
verstorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.
1533, 04
september. De eerste genachten na 'den oechst'. Folio 109v
Hubrecht Sveerts
van Hechtelt heeft opgedragen het versterf dat hem na de dood van zijn moeder
is verstorven: het erve gelegen in de beemd naast 'Pelsers Bampt' in Oversloe
en zijn gedeelte van 'den Keesken' ook in Oversloe gelegen, tot behoef van zijn
zwager Geert Mieuwis voor 31 rinsgulden Brabants geld. Geert is tot de gichte
gekomen met recht.
1533, 02
oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeijs dach. Folio 113
Henrick Braens
heeft opgedragen 1,5 zille broek ongeveer op de Herck gelegen, grenzend Reynke
Goessens 1), Geert van Cael 2), voor 25 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht
aan Goris Jonckeren die tot de gichte is gekomen met recht.
1533, 30
oktober. Folio 114
Steven Souwen
heeft opgedragen huis en hof opt Wauwen Eynde, grenzend Jan Coex 1), Jan
Scurmans Bosch 2), Jan Joris 3), als een pand voor een half mudde rogge
jaarlijks en erfelijk, voor 12 rinsgulden Brabants geld los en vrij boven alle
lasten en boven de hofrechten. Opgedragen tot behoef van Merike Scurmans, die
tot de gichte is gekomen met recht.
Het voorschreven
half mudde rogge erfelijk is veranderd in 1 rinsgulden jaarlijks zoals men zal
vinden op 7 maart 1566.
1533, 13
november. Folio 115v
Lambrecht
Gaethoefs heeft opgedragen huis en hof in Scuelen opt Scurmans Eynde gelegen,
grenzend Jan Gaethoefs 1), Lenart Van Gelmen 2) en Jan Luyten 3), als een pand
voor 2 vaet koren jaarlijks. Elk vat kan met 5 stuivers Brabants betaald worden
of met goed hard koren. Opgedragen tot behoef van Jan Scurmans voor 6
rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten met gelijk geld. Jan is tot de gichte
gekomen met recht.
1533, 27
november. Folio 116v
Heer Govaert
Snoex heeft opgedragen een stuk bos gelegen Opt Stappen Heyken, grenzend Loyck
Stapparts kinderen 1), Henrick Claes 2) en Liben Meerhouts 3), sheren straet
4), tot behoef van Henrick Van Heerle voor 2 rinsgulden Brabants geld jaarlijks
met valdag op Sint Mertensmisse zolang als heer Govaert zal leven maar niet
langer. Na de dood van Heer Govaert zal Henrick het goed los en vrij bezitten.
Voorwaarde is dat Heer Govaert mag afhouwen en zijn vrije wil doen met 13
opgaande eiken en twee sunckeijcken, van de beste, zonder dat iemand er iets
kan tegen zeggen. Henrick is tot de gichte gekomen van het goed. Henrick heeft
dadelijk daarna een stuk erf opgedragen, geheten 'die Gijskens Hoeve', grenzend
'die Heer Straet' 1), Heer Gijsbrechct Vander Eycken 2) en Liben Creeten 3),
als een onderpand voor de 2 rinsgulden Brabants voorschreven tot behoef van
heer Govaert, die tot de gichte is gekomen in het onderpand met recht.
1534, 05
februari. Folio 125
Henrick Vernijen
alias Vander Eijcken heeft opgedragen een stuk land gelegen 'op den Wolpot',
grenzend Joris Vernijen aan 2 zijden, Jan Aelen 3) en Goris Snijers 4) en nog
een stuk land geheten 'dat Hoech Lant', grenzend joncker Geert van Velpen 1),
Joris Vernijen kinderen 2) en sheren straet 3), als een pand van een halve
mudde rogge jaarlijks met valdag op Kerstmis, voor 12 rinsgulden Brabants
gevalueerd geld eens. Te kwijten met gelijk geld en met een ongevallen pacht.
Opgedragen tot behoef van heer Govaert Snoecx. Heer Govaert is tot de gichte
gekomen met recht.
Op 12 april 1548
heeft meester Philips Vanden Laer bekend dat hij alles betaald kreeg: zowel de
verlopen als het kapitaal van het half mud koren. Henrick is ter gichte gekomen
met recht.
1534, 05
februari. Folio 125v
Anna Woutens met
haar geleverde momber haar broer Wouter heeft opgedragen een stuk broek gelegen
'int Gesuer' in Coersel, grenzend Ariaen Wynen 1), Ariaen die smet 2), voor een
stukje broek gelegen bij 'tGesuer', grenzend Olivier van Hamel 1), Jan Wijnen
2), in ruil zonder elkaar iets toe te geven. Jan Wijnen is tot de gichte
gekomen met recht.
1534, 05
februari. Folio 124v
Jan Wijnen heeft
opgedragen het goed hiervoor beschreven in ruil voor het ander broek ook
hiervoor beschreven, tot behoef van Anna Wouters die tot de gichte is gekomen
met recht.
1534, 19
februari. Folio 128
Lijsbeth
Witters, wettige dochter van Peter Witters en Magriet Oijen, met haar geleverde
momber Henrick Goyens heeft opgedragen al haar Loonse goederen hier sorterend,
die beschreven staan in de gichte die ze hier vroeger heeft gedaan aan het convent
van de Bogaerden van Diest, als een pand voor 12 halster rogge 'goit coepmans
goet' te leveren volgens de gichte. Verkocht voor 36 rinsgulden Brabants geld
(20 stuivers voor de karolusgulden, 25 stuiver voor de philipsgulden gerekend)
aan heer Adriaen Convints in de naam en tot behoef van het klooster van de
Bogaerden van Diest, dat tot de gichte is gekomen met recht.
Op 5 maart 1534
hebben Art Witters, de wettige broer van Lijsbeth voorschreven, en zijn moeder
Magriet Oijen met haar wettige man en momber Peter Witters de gicht hiervoor
gedaan van waarde gehouden.
Op 19 november
1534 heeft Dingen Witters met haar geleverde momber Peter Kenens de gicht van
waarde gehouden die haar zusters en vader hiervoor hebben gedaan en onder de
voorwaarden die er beschreven staan.
1534, 19
februari. Folio 128v
Jan Hemelers met
zijn huisvrouw Katlijn Beckers heeft opgedragen de 30 stuivers jaarlijks die
hij gelden heeft aan pand van Jan Derwewen onder Schuelen gelegen tot behoef
van het zusterklooster van Hasselt. Zuster IJda Bynens is tot behoef van het
klooster van Hasselt tot de gichte gekomen met recht.
1534, 19
februari. Folio 129
Henrick Vernijen
heeft opgedragen een stuk land gelegen in Scuelen, geheten 'dat Hoge Velt',
grenzend de erfgenamen van Geert Van Velpen 1), sheren straet 2), de kinderen
van Art Baerts 3), als een pand van 15 stuivers jaarlijks en erfelijk tot
behoef van joncker Conraerts van Malborch voor 'seker stellinge staende op
'Derpels Goet'. Reijner van Malborch is tot de gichte gekomen tot behoef van
joncker Conraerts voorschreven met recht.
1534, 05 maart.
Folio 130v
Steven Soewen
heeft opgedragen huis en hof met toebehoreen gelegen opt Wauweneynde, grenzend
Henneken Hueveners 1), 'Swalen Heije' 2) en Jan Scurmans 3), als een pand voor
1/2 mudde rogge jaarlijks en erfelijk voor 12 rinsgulden Brabants geld eens
boven alle lasten en pontpenningen en hofrechten. Verkocht aan Katlijn Vanden
Venne die tot de gichte is gekomen met recht. Hiervoor zijn gegeven 8
philipsgulden en 2 keysersgulden.
Dit half mudde
rogge jaarlijks is gekweten door Wouter Stapparts zoals men zal vinden op 7
maart 1566.
1534, 05 maart.
Folio 131
Marten Scepers
heeft opgedragen omtrent 2,5 bonder in 'den Hogenbosch' gelegen, grenzend
Henrick Tielens 1), de straat 2), tot behoef van Peter Bervoets voor een stuk
erf gelegen 'in die Katerijt'. Peter geeft aan Merten nog 25 rinsgulden
Brabants geld toe.
Op 7 april
daarna is Merten weer tot de gichte van zijn goed gekomen. (deze ruil ging
dus niet door)
1534, 05 maart.
Folio 131v
Willem Snijers
alias Van Landijck als momber van zijn huisvrouw Lysbeth Kenens heeft de
goederen ontvangen die zijn huisvrouw voorschreven aangestorven zijn na de dood
van haar 'vrinde' (familie) zaliger.
1534, 19 maart.
Folio 133v
Mathijs
Broucmans heeft opgedragen zijn geheel kindsgedeelte dat hem is aangestorven na
de dood van zijn vader en moeder, in Coersel gelegen. Verkocht voor 18
rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Peter Smets van Coersel, die tot
de gichte is gekomen met recht.
1534, 19 maart.
Folio 133v
Jan Luijten
heeft opgedragen huis en hof in Scuelen opt Scurmans Eijnde, grenzend Lemken
Gaethoefs 1), de kinderen van Loyen Lemmens 2), de straat 3), als een pand voor
een halve mudde koren jaarlijks voor 12 rinsgulden Brabants geld eens. Te
kwijten met gelijk geld. Merike Scurmans, huisvrouw van Jacop Vanden Vinne, is
in de naam van haar man in het half mud ter gichte gekomen met recht.
1534, 19 maart.
Folio 134
Adriaen Wellens
heeft opgedragen een stukje broek gelegen aan 'den Hogen Bosch', grenzend Claes
Tijs 1), Henrick Goyens 2) en Kaerle Lieus 2), tot behoef van Henrick Keeskens.
Verkocht voor 9 rinsgulden eens. Henrick Keeskens is tot de gichte gekomen met
recht.
1534, 16 april.
Jaergedinge nae Paeschen. Folio 135
Jan Vanden Putte
en zijn huisvrouw Marie hebben opgedragen een stuk erf geheten 'den Laermans
Hoef' gelegen in Coersel met de beemd daaraan, grenzend Henrick Huigen 1),
sheren straet 2), als een pand voor 1 rinsgulden jaarlijks Brabants geld en een
mudde rogge jaarlijks Diester maat en Diester pacht, voor 40 rinsgulden
Brabants geld eens. Te kwijten en af te leggen met gelijk geld. Verkocht aan
Jan Van Postel. Art Van Postel, vader van Jan voorschreven, is tot behoef van
zijn zoon Jan tot de gichte gekomen met recht.
1534, 16 april.
Jaergedinge nae Paeschen. Folio 135v
Jan Soeten heeft
voor hem en voor zijn broer Mathijs Soeten het versterf ontvangen dat hen na de
dood van hun ouders zaliger verstorven is.
1534, 16 april.
Jaergedinge nae Paeschen. Folio 135v
Jan Vernijen als
momber van zijn huisvrouw Lysbeth Claes heeft de goederen ontvangen die haar
verstorven zijn na de dood van haar ouders.
1534, 16 april.
Jaergedinge nae Paeschen. Folio 136
Nieske
Riemslegers met haar door het recht geleverde momber Govaert Vanden Gracht
heeft opgedragen haar tocht van het mudde rogge jaarlijks dat zij gelden heeft
aan panden van de erfgenamen van Art Stapparts in Scuelen gelegen, volgens het
schepenregister, tot behoef van de twee kinderen van haar dochter, namelijk
Gilis en Lijnke. Gijsbrecht Molres, de vader van Gilis en Lijnke voorschreven,
is tot behoef van zijn twee kinderen met recht tot de tocht en het erf gekomen
in afkorting van hun kindsgedeelte dat hen vanwege hun moeder toekomt.
1534, 16 april.
Jaergedinge nae Paeschen. Folio 137
Steven Souwen
heeft opgedragen huis en hof 'opt Billen Inde' gelegen, grenzend Henneke
Scurmans bosch 1), Jan Joris 2) en Jan Coecx 3), voor 20 rinsgulden Brabants
geld eens en daarbij nog anderhalve rinsgulden jaarlijks daaraan te trekken die
te kwijten staat met 30 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Mieuwis
Claes alias Dreijers. Op 11 juni heeft Mieuwis Claes alias Dreijers het
voorschreven goed weer opgedragen tot behoef van Steven Souwen, die tot de
gichte gekomen is met recht omdat Mieuwis niet kon betalen.
1534, 10 mei.
Folio 138v
Heer Jan Corvers
van Beringen met zijn geleverde momber Peter Neve die alde heeft opgedragen een
stuk erf gelegen onder Coersel bij Beringen, grenzend Art Stass 1), Jannes
Beerten 2) en 'die Holster Straet' 3), tot behoef van Claes Raijmekers als
momber van zijn huisvrouw Marij Corvers. Claes is als momber van zijn huisvrouw
tot de gichte gekomen met recht. Claes heeft aan heer Jan Corvers zijn gebruik
en jaarlijkse opbrengsten van dit goed toegestaan zijn leven lang, zonder dat
hij er zelf iets van zal ontvangen.
1534, 21 mei.
Folio 141v
Mathijs Thijs
met zijn momber Lambrecht Cupers heeft opgedragen een stuk land in Scuelen
gelegen, grenzend Jan Poelmans aan 2 zijden, Tijs voorschreven 3) en de gemeijn
straet 4), als een pand voor een mudde rogge jaarlijks vallend op 1 mei. Het
mud werd verkocht voor 24 rinsgulden Brabants geld (de philipsgulden gerekend
aan 25 stuivers, de honrsgulden voor 12 stuivers, de snaphaen voor 5,5
stuivers en de Brabantse stuiver voor 1 stuiver). Te kwijten met dergelijk
geld. Verkocht aan Heer Govaert Snoecx, voor wie Jan Van Loebosch tot de gichte
is gekomen met recht.
1534, 21 mei.
Folio 141v
Willem Vanden
Stiewege heeft opgedragen een stuk bos gelegen in Scuelen op die Stappe,
grenzend sheeren straet 1), Vaes Scurmans 2), Poels Beexkens 3), voor 2
philipsgulden jaarlijks. Deze kunnen afgelost worden met 50 rinsgulden Brabants
geld en met volle rente. Verkocht aan Huijbrecht Veckers alias Goris, die tot
de gichte is gekomen met recht.
1534, 11 juni.
Folio 143
Jan Brouckmans
heeft opgedragen huis en hof in Coersel gelegen, grenzend sheren straet 1), Jan
Moens 2), voor 27 rinsgulden Brabants geld eens, tot behoef van Reijner
Huijben. Rener is tot de gichte gekomen met recht.
1534, 25 juni.
Folio 147
Merten Buysen
heeft opgedragen een stuk erf gelegen in 'die Schrijck Heije', grenzend de
gemeijn heije 1), Jan Reners 2), dat aan hem uitgegeven en gepaald is vanwege
de heer. Verkocht voor 5,5 rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Jan
Binnemans die tot de gichte is gekomen met recht.
1534, 25 juni.
Folio 147
Art Vanden
Kerchoeve alias Vanden Nuijt heeft opgedragen de 4 stuivers jaarlijks die hij
gelden heeft aan Vreefke Scurmans huis en hof in Scuelen gelegen. Voor 6 rinsgulden
Brabants geld eens verkocht aan Vreefke, die tot de gichte is gekomen met
recht.
1534, 25 juni.
Folio 147v
Jannes Vander
Stucken (Stuckmans) met zijn huisvrouw Merike Bosmans heeft opgedragen een stuk
broek, ongeveer 1,5 bonder, geheten 'dat Ruelens Brouck', grenzend Jannes Vander
Moelen 1), de commandeur van Beernschem 2), Peter Joes 3), voor 8 rinsgulden
jaarlijks Brabants. Elke rinsgulden staat te kwijten met 20 rinsgulden. Deze
last moet in twee keren afgelegd worden, telkens 4 rinsgulden. Daarbij moet nog
12 rinsgulden Brabants contant geld gegeven worden. Jannes Vander Stucken
verkoopt het aan Jannes Vander Moelen, die tot de gichte is gekomen met recht.
Dadelijk daarna
bekende Jannes Vander Stucken dat hij de hoetpenningen van 4 rinsgulden
Brabants van de voorschreven rente ontvangen heeft in goed Brabants geld. Hij
kwijt het pand ervan. Nu zijn er dus nog 4 rinsgulden jaarlijks te betalen.
7 januari 1535
heeft Jannes Vander Stucken aan Jannes Vander Moelen en zijn panden 2
rinsgulden jaarlijks gekweten. Er staan er nu nog 2 aan. Die werden afgelegd op
2 december 1535.
1534, 11 juni.
Folio 149
Merct Naeldemans
met zijn huisvrouw Magriet Stapparts heeft opgedragen huis en hof in Scuelen
gelegen aan 'den Wolpot', grenzend Joris Vernijen 1), de erfgenamen van Jan
Aelen 2) en Rener van Malborch 3), de straat 4) en nog zijn gedeelte van een
bos in Scuelen gelegen, grenzend de straat aan 2 zijden, als een pand voor een
mudde koren jaarlijks, voor de som van 25 rinsgulden Brabants geld eens. Te
kwijten met dergelijk geld. Peter Buschelkens is tot de gichte gekomen in het
mudde koren jaarlijks met recht.
1534, 09 juli.
Folio 151v
Joris Kelberichs
kwijt huis en hof toebehorend aan Reyner Swinnen, gelegen in Scoelen op die
Stappe, grenzend sheren straet aan 2 zijden,van vier vaet koren jaarlijks dat
hij eraan gelden had . Hij kreeg de hoetpenningen en alle verlopen pachten
betaald.
1534, 11 juli.
Folio 152
Eelen Brouckmans
met haar geleverde momber Jan Van Gelmen draagt de tocht op die haar gebleven
is na de dood van haar man Steven Souwens zaliger, van huis en hof opt Billen
Eijnde gelegen, grenzend Jan Joris 1), Jan Hueveners 2) en Jan Coecx 3) en van
een stuk land omtrent 3 vaet zaaiens, grenzend Jan Scurmans 1), Marij Mellen
2), tot behoef van Henrick Clingers als momber van zijn huisvrouw Lysbeth
Swinnen en Heilof Swinnen, voor 9 rinsgulden Brabants geld boven alle lasten en
onkosten. Henrick als momber van zijn huisvrouw en Heilof voorschreven zijn
hiermee tot tocht en erve gekomen met recht.
1534, 08
oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeijsmisse. Folio 153
Peter Joes alias
Lantmeters met zijn huisvrouw Merike Mertens en als haar momber heeft
opgedragen de 24 stuivers Brabants geld die hij erfelijk gelden had op en aan
de erfgenamen van Rener Welres zaliger. Dat gaat om een zille broek gelegen bij
'die Groete Doncken' aan 2 zijden, Lemmen Meser(?) 3) en de Demer 4), geheten
'dat Doncxken', voor 21 rinsgulden Brabants gevalueerd geld (de philipsgulden
voor 25 stuivers en een vuerijser voor 3 blancken) tot behoef van heer Snoecx
die tot de gichte kwam met recht.
16 december 1546
bekennen meester Philips Vander Vinne(?) en zijn vrouw Engelbrecht Snoecx de 24
stuivers van hiervoor ontvangen te hebben van Aert Van Horiaen.
1534, 08
oktober. Folio 154
Valentijn Reners
met zijn huisvrouw Marie Woeters hebben een stuk broek opgedragen, gelegen in
Oversel, grenzend Peter Jans 1), de kinderen van Jan Kenens 2), Loyck Beckers
3), voor een stuk broek gelegen in Coersel aan 'den Hogen Bosch', geheten
'tGroet Brueckelen', hovend onder de Brabantse bank. Het gaat hier om een ruil
waarbij ze elkaar niets toegeven. Loyck Beckers is tot de gichte gekomen met
recht.
1534, 08
oktober. Folio 154v
Henrick Bovejans
heeft opgedragen 6 roijen broek gelegen in 'den Hauuebampt', grenzend Jan Coex
1), Jan Joris 2) en Jan Bouten 3), tot behoef van Merike Scurmans voor 34
stuivers jaarlijks Brabants geld. Deze kunnen afgelegd worden met 34 rinsgulden
Brabants. Marike is tot de gichte gekomen met recht. Henrick bekent dat hij van
Merike 9 rinsgulden Brabants geld ontvangen heeft en hij kwijt haar daarvoor 9
stuivers jaarlijks.
1534, 08
oktober. Folio 155v
Henrick
Clingermans als momber van zijn huisvrouw Lysbeth Swinnen en Goris Claes met
zijn huisvrouw Heilof Swinnen hebben opgedragen huis en hof gelegen 'opt Billen
Eynde', grenzend Jan Huveners 1), Jan Coecx 2) en Jan Scurmans 3), voor 3
rinsgulden min 5 stuivers Brabants geld erfelijk staande aan huis en hof
gelegen in Spalbeeck tegenover Tiewis Swinnen. Opgedragen tot behoef van
Mathijs Thijs van Spalbeeck. Ze ruilen deze goederen zonder elkaar iets toe te
geven.
Op 19 november
heeft Mathijs Thijs de gicht ontvangen met recht. Mathijs Thijs bekende aan
Henrick Clingermans 1 rinsgulden Brabants gevalueerd geld jaarlijks en erfelijk
boven de voorgenoemde 3 rinsgulden min 5 stuivers
1534, 08
november. Folio 158
Joncker Johan
Vander Marck heer van Lumpmen 'uut sekere saicken hem daer toe bewegende,
bewillicht, geconsenteert ende gegreert' dat Katlijn Vanden Vinne natuurlijke
dochter van wijlen heer Christiaen Vanden Vinne zal mogen 'hueren wille ende
believen doen, met allen alsulken gueden erflijcke ende haeffelycke die sij
onder den Lande van Lumpmen inden bewinde des dorps van Scuelen liggende heeft
ende besittende is'. Ze mag die goederen maken via testament of via gicht, het
maakt niet uit hoe en noch de Joncker noch iemand anders van zijnentwege zal er
iets kunnen tegen inbrengen. De joncker heeft gewild dat dit hier geregistreerd
wordt en dat Katlijn er een certificate van krijgt geschreven en gezegeld door
de schepenen op haar kosten.
1534, 05
november. Folio 158v
Rener Meyen met
zijn huisvrouw Anna Broucmans heeft opgedragen een stuk land gelegen in Coersel
'opt Cleijn Velt', grenzend Jannes Opt Straet 1), Henrick Cremers kinderen aan
de andere zijden, voor 13,5 Brabants geld eens. Verkocht aan Peter Hoets van
Coersel, die tot de gichte is gekomen met recht.
1534, 05
november. Folio 159
Jan Zouten heeft
zijn gedeelte opgedragen van 1,5 rinsgulden erfelijk die hij gelden heeft aan
een hof gelegen op die Stappe, grenzend de straat aan 2 zijden, de kinderen van
Jan Meijnen 3), tot behoef van Joris Kelberichs voor 18,5 rinsgulden 3 stuivers
16 groot Brabants geld. Joris is tot de gichte gekomen met recht.
Op 19 november
1534 heeft Mathijs Souten ook zijn gedeelte opgedragen van de voorschreven
rente van 1,5 rinsgulden erfelijk, voor 9 rinsgulden 6 stuivers 8 groten tot
behoef van Joris Kelberichs. Joris werd erin gegicht en gegoed met recht.
1534, 19
november. Folio 159v
Art Minten heeft
ontvangen voor hem en voor zijn broers en zuster Jan, Frans, Peter en Marie
Minten die goederen die hen verstorven zijn na de dood van hun ouders.
1534, 19
november. Folio 159v
Art Minten
voorschreven met zijn geleverde momber Rener Van Malborch heeft opgedragen 4
rinsgulden jaarlijks zoals in Scelen hof gegicht zijn en voor deze schepenen veronderpand
zijn, zoals op 5 maart 1517 blijkt. Opgedragen tot behoef van Peter Minten,
zoon van Jannes Minten. Peter is tot de gichte gekomen met recht. Art beloofde
om zijn broers te brengen om laten in te stemmen met deze gichte.
1534, 19
november. Folio 160
Rener Burgers
wonend in Curingen heeft opgedragen zijn huis en hof, in Coersel gelegen,
grenzend zijn eigen erf 1), Rener die Cuper 2) en Jan Vaes 3), sheren straet 4)
en nog een eute gelegen bij 'die Breedonck', grenzend Loijck Beckers 1), sheren
straet 2), voor 151 rinsgulden Brabants gevalueerd geld eens boven alle lasten
en pontpenningen. Verkocht aan Rener Wijnen, die tot de gichte is gekomen met
recht.
Rener Wijnen
bekende aan Rener Burgers aan dit pand 7 rinsgulden 16 stuivers jaarlijks
Brabants gevalueerd geld van de voorschreven som. Rener mag die afkwijten in
twee keer tegen den penninck 20 of 20 van de voorschreven gulden voor elke
gulden. Valdag Sint-Andries.
Op 11 januari
1537 hebben meester Lambrecht Vanden Borch met zijn huisvrouw Merike Van
Hombergen bekend dat Merike met haar eerste man Rener Burgers zaliger samen
ontvangen hebben de som van 75 rinsgulden van Rener Wijnen, volgens de
voorschreven voorwaarden.
Op 7 oktober
1540 heeft Mari Van Hombergen met hun wettige momber Lambrecht Vander Borcht en
haar dochter Iken Burgers met Lambrecht voorschreven als haar geleverde momber
het pand gekweten van de 7 rinsgulden 16 stuivers jaarlijks en ze bekennen dat
ze alles ontvangen hebben. Iken heeft heer Jan Melis beloofd met haar momber
dat ze haar zusters en broers zal laten instemmen met de kwijting zoals zij
heeft gedaan. Als borg stelt ze de rente die ze hebben aan Govaert Goens zoals
men zal vinden op 23 september 1540.
1534, 04
december. Folio 161v
Nijs Loijens met
zijn huisvrouw Marie Van Dickel heeft opgedragen een halve zille broek ongeveer
in Haexelaer gelegen, grenzend Ariaen Wynen 1), Jan Hoefmans 2), de straat 3),
voor 14,5 rinsgulden Brabants geld boven alle lasten en boven het pontgelt.
Opgedragen tot behoef van Lambrecht tSrijcken, die tot de gichte is gekomen met
recht.
1534, 04
december. Folio 161v
Claes Vanden
Hoeve met zijn huisvrouw Heil Cremers en Frans Cremers hebben afstand gedaan
van hun rechten op het deel van Thomas Cremers. Op zijn beurt doet Thomas
afstand van zijn rechten op de deling van Claes en Frans voorschreven, die nog
niet verder opgesplitst werd. Thomas beloofde dat hij zijn huisvrouw met deze
deling zou laten instemmen.
1534, 18
december. Folio 163v
Claes Vanden
Roije de Jonge heeft ontvangen voor Rener van Dornick, Willem en Magriet Van
Doernick, de kinderen van Jan Van Doernick alias Souwen, de goederen die hen
verstorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.
1534, 18
december. Folio 164
Jan Lompen heeft
opgedragen zijn gedeelte van een stuk broek in Oversel gelegen, dat hij gekocht
heeft van zijn vader Art Lompen, voor 49 rinsgulden Brabants geld eens.
Verkocht aan?
1534, 18
december. Folio 165v
Jacop Pijpers
heeft opgedragen een stukje land gelegen opt Steenvelt, grenzend Jan Wijnen 1),
Poels Van Houte 2), voor 18 rinsgulden Brabants geld eens boven de aanstaande
lasten. Verkocht aan Peter Van Houte, die ertoe gekomen is met recht.
1535, 07
januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 166
Gysbrecht
Drosseten die Alde heeft opgedragen zijn tocht van het vierdendeel van een stuk
broek geheten 'die Lange Donck' in Linchout gelegen, tot behoef van zijn zoon
Gysbrecht, die hiermee tot tocht en erve is gekomen met recht.
Dadelijk daarna,
nu tocht en erve samen zijn, heeft Gysbrecht Drosseten die Jonge het
voorschreven goed opgedragen met zijn geleverde momber Jan Van Gelmen tot
behoef van zijn vader Gysbrecht Drosseten voor een mudde rogge jaarlijks dat de
vader gelden heeft op en aan pand van Jan Tielens onder Coersel gelegen.
Gysbrecht Drosseten die Alde is tot de gichte gekomen met recht.
1535, 07
januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 166
Gijsbrecht
Drosseten die Alde heeft opgedragen het mudde rogge jaarlijks dat hij gelden
heeft op en aan panden van de kinderen van Jan Tielens van Castel onder Coersel
tot behoef van zijn zoon meester Gysbrecht Drosseten. Meester Drosseten is tot
de gichte gekomen met recht. Het gaat om een zuivere ruil zonder dat ze elkaar
iets toegeven.
1535, 14
januari. Folio 168
Peter Wittemans,
als gemachtigde van het klooster van 'Meech den Dael' gelegen bij Op Linter en
uit kracht van zijn getoonde procuratie, heeft omwille van zijn aangespannen
procedure tegen de erfgenamen van Art Vanden Inde alias Stapparts het geleijt
verzocht. Hij werd in de naam van het godshuis tot de panden geleid en hij
bekwam gicht en goedinge met recht volgens de bezegelde brief die ervan is
gedateerd op 15 juli 1529.
Op 17 juni 1535
heeft Peter Wittemans, gemachtigde als boven, de bovenstaande goederen die hij
uitgewonnen heeft omdat de rente niet betaald werd, opgedragen met de
aanstaande rente aan Jacop Kannarts als jongere renthebbende op deze panden.
Jacop is tot de gichte gekomen met recht. Jacop heeft voor de verlopen renten
en voor de hoefrechten 23 rinsgulden gegeven.
1535, 21
januari. Folio 168v
Gysbrecht
Drosseten die Jonge met zijn momber Jan Van Gelmen heeft opgedragen het mudde
rogge jaarlijks dat hij gelden heeft aan pand van Jan Tielens in Coersel
gelegen, volgens de gichte van 20 september 1526. Verkocht voor de som in die
gicht vermeld aan Pauwels Jans wonend in Diest. Pauwels is tot de gichte
gekomen met recht.
1535, 21 januari.
Folio 169
Symon Vaes alias
Crouchs heeft opgedragen 'den Vliegen Bosch' gelegen op 'die Stappe', grenzend
de straat 1) en Jan Poelmans 2) en de erfgenamen van Jan Van Buylen 3), als een
pand voor een half mudde rogge jaarlijks, voor 11 rinsgulden Brabants geld. Te
kwijten met gelijk geld. Verkocht aan Anthonis Poelmans, die tot de gichte is
gekomen met recht. Symon staat met al zijn andere goederen garant.
Op 12 juli 1537
heeft Herman Borgelins aan het pand van Symon Croechs alias Vaes het half mudde
rogge jaarlijks gekweten dat hij eraan gelden had. Herman had dit gekocht van
Toenis Poelmans zoals te zien is hierna in dit register. Herman ontving de
hoetpenningen en de pachten.
1535, 21
januari. Folio 169v
Jan Vanden
Bueckeberge heeft opgedragen een vierdel broek gelegen in 'die Coninxbeempde',
grenzend 'die Eertbeer' 1), de Demer 2), Jan Aflissen 3), voor 5 rinsgulden en
5 stuivers eens. Verkocht aan Librecht Billen die tot de gichte is gekomen met
recht.
1535, 23
januari. Folio 170
Geert Coex van
Scuelen heeft geleitenis genomen van de panden van Geert Vander Linden, in
navolging van de procedure tegen Vander Linden en zijn panden gedaan. Hij werd
ertoe geleid en hij bekwam de gicht en goedinge van deze panden.
Op 1 juli 1535
heeft Geert Vander Linden het voorschreven geleitenis gepurgeerd en Geert Coex
heeft zich ongicht tot behoef van Vanderlinden. Geert werd in de panden gegicht
en gegoed.
1535, 22
januari. Folio 170v
Jan Cleis heeft
geleitenis genomen van het derdedeel van een beemd toebehorend aan Huybrecht
Sweerts Vander Hoeven, gelegen in Oversel op de beek en Rener Gelsers
3), volgens de gevolgde procedure. Hij werd tot het pand geleid en bekwam gicht
en goedinge ervan.
Op 3 juni heeft
Geert Miwis het geleitenis gepurgeert en Jan Cleis heeft zich ontgicht. Geert
is tot de gichte gekomen met recht voor de som van 7 rinsgulden en een halve stuiver
Brabants.
1535, 04
februari. Folio 171
Merten Scepers
van Suijlre heeft opgedragen een stuk erf gelegen in Coersel 'inden Hogen
Bosch', grenzend Henrick Tielmans 1), Poels Scurmans met zijn megeringen 2),
voor 15 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Merten Windelen die Jonge,
die tot de gichte is gekomen met recht.
1535, 04
februari. Folio 172
Jan Convints die
Jonge heeft opgedragen een bloeck gelegen tGheenen Stall geheten 'tGroet
Bloeck', grenzend Jan 1), Art Diricx 2), Dionijs Stevens 3) en sheren straet
4), voor 56,5 rinsgulden Brabants geld boven alle lasten en pontpenningen. Deze
uitgaande lasten zijn: aan Jennij Vanden Horst 5 rinsgulden Brabants die te
kwijten zijn tegen den penninck 18 en nog aan dezelfde met 2 rinsgulden die
tegen den penninck 20 kunnen afgelegd worden; nog aan Jannes van Scuelen een
mudde rogge en 1 rinsgulden die te kwijten zijn met 40 rinsgulden; nog aan Art
Wijnen 8,5 stuivers te kwijten tegen den penninck 20. Verkocht aan Peter
Cornelis, die tot de gichte is gekomen met recht van het voorschreven 'Groten
Bloeck' met de dubbele hagen op de oosterzijde. Jan Convints die Alde, de vader
van Jan voorschreven, moet aan Peter de Loonse uutfanck gichten die aan het
voorschreven erf gelegen is.
1535, 04
februari. Folio 172v
Huybrecht
Zweerts heeft opgedragen het derdedeel van een zille broek gelegen aan 'den
Hogen Bosch', grenzend Onser Liver Vrauwen alltaer van Helchteren 1), Jan
Tielens 2), voor 10 rinsgulden Brabants geld eens. Opgedragen tot behoef van
Lenaert Keeskens, die tot de gichte is gekomen met recht.
1535, 04 februari.
Folio 173
Anne, dochter
van Wouter Jueten, met haar geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen een
halve zille broek op 'tGroet Brouck' gelegen, grenzend Claes Beerten 1), Jan
Baerts 2), 'den Hoge Bosch' 3), voor 15 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht
aan haar broer Thoenis, zoon van Wouter Jueten, die tot de gichtte is gekomen
met recht.
1535, 04
februari. Folio 174
Rener Van
Malborch draagt huis en hof op in Scuelen aan 'den Hagedoren' gelegen, grenzend
Merct Nailemans 1), de heer van Lumpmen 2) en sheren straet 3), als een pand
voor 1/2 rinsgulden jaarlijks Brabants geld, voor 8 rinsgulden Brabants. Te
kwijten met dergelijk geld. De rente werd verkocht aan Herman Borgelins, die
tot de gichte is gekomen met recht.
Op 1 juni 1536
heeft Herman Borgelins bekend dat hij de hoetpenningen van de rente ontvangen
heeft met alle verlopen renten. Hij kweet de panden en Margriet, huisvrouw van
Rener zaliger voorschreven.
1535, 13
februari. Folio 174v
Jacop Kannarts
heeft geleitenisse verzocht van Jan Sybens als momber van zijn huisvrouw Tuen
Vanden Inde weduwe van Art Stapparts panden. Dat gaat om huis en hof in Scuelen
gelegen, grenzend Jan Van Loebosch 1), de straet 2), met de andere panden
vernoemd in de gichte. Hij werd tot de panden geleid en kwam tot gichte en
goedinge met alle vormen van recht.
1535, 18
februari. Folio 175
Gilis Coecx
heeft opgedragen huis en hof aan 'den Habeel' gelegen, grenzend sheren straet
voor 'die Boeven Bampt' en de kinderen van Lenart Van Gelmen aan 3 zijden, als
een pand voor 4 rinsgulden jaarlijks Brabants geld voor 72 rinsgulden Brabants
geld eens. Daarmee staat de rente ook af te leggen. De kinderen van Peter
Vanden Briel, namelijk Peter, Nijs, Katlijn en Eelen zijn door hun momber Peter
Neve die Jonge met recht in de rente ter gichte gekomen.
1535, 18
februari. Folio 175v
Jan Sentkens met
zijn huisvrouw Eelen Tax heeft opgedragen de helft van een beemd gelegen in
Coersel in Oversel, grenzend 'die auwe beeck' 1), Jan Moens O en de kinderen
van Jan Witters W. Verkocht voor 47,5 rinsgulden Brabants eens tot behoef van
Jan Moens, die tot de gichte is gekomen met recht. Omdat deze beemd achter
andere ligt, staat Jan Sentkens aan Jan Moens en aan zijn erfgenamen toe om te
drijven, varen en draaien op de voorste helft zoals dat onder de buren
dagelijks gebeurt.
1535, 18
februari. Folio 175v
Henrick Vaes met
zijn huisvrouw Elizabeth Dillen heeft opgedragen het vierdedeel van een stuk
erf geheten 'dat Groet Luelen' in Coersel gelegen, grenzend Jan Knaep 1), de
kinderen van Jan Dillen 2) en Henrick Hoefmans 3), voor 24 rinsgulden Brabants
eens. Koper Peter Dillen is tot de gichte gekomen met recht.
1535, 18
februari. Folio 176
Jan Smeets met
zijn huisvrouw Cristijn Swarts heeft een beemd opgedragen, gelegen op de Demer,
geheten 'den Gansen Beempt', grenzend de eerste 'Gansen Beempt' 1), 'die
Eertbeer' 2), Jan Voerts 3), voor 38 rinsgulden Brabants geld eens boven alle
lasten die eraan uitgaan. Dat gaat om een mudde rogge en 1 rinsgulden jaarlijks
die te kwijten zijn met 43 rinsgulden Brabants eens. Verkocht aan Mathijs Vanden
Campe, die tot de gichte is gekomen met recht.
1535, 04 maart.
Folio 178
De kinderen van
Jan Tilens van Castel, namelijk Anna en Elizabeth Tielens met hun momber Geert
Claes, hebben opgedragen hun gedeelte van huis en hof in Castel onder Coersel
gelegen, grenzend Jan Ruttens 1), Peter Schepers 2) en sheren straet 3), aan
Jan Ruttens van Hechtelt.
Op 18 maart 1535
kwamen Brije en Heel en Geertruijt, zusters van de voorschreven kinderen met
hun geleverde momber Geert Claes en ze hebben hun gedeelte van de voorschreven
goederen ook opgedragen tot behoef van Jan Ruttens voor 12,5 rinsgulden
Brabants eens boven alle uitgaande lasten. Jan Ruttens bekende de naderschap
aan Art Wijnen, die tot de gichte is gekomen met recht.
Anna, Elizabeth,
Brij, Heil en Geertruijt met hun voorschreven momber beloofden op al hun andere
Loonse goederen dat ze deze gicht zullen doen lauderen.
1535, 14 maart.
Folio 179v
Joris Vernijen
en Jan Poels. Joris Vernijen heeft opgedragen een stuk erf gelegen in Scuelen
'den Halven Heer Loijck Beempt', grenzend die Voert' 1), 'dEchel Donck' 2),
'die Plesse' 3). Stopt.
1535, 08 april.
Jaergedinge nae Paeschen. Folio 180v
Huybrecht
Swinnen alias Achter die Kerck te Coersel heeft opgedragen 'die tweedeel' van
'den Dullarts Beempdeken', gelegen in Coersel in Oversel, grenzend Heijn
Keeskens 1), Tielen Lenarts 2), Lenart Keeskens 3), voor 70 rinsgulden Brabants
geld eens boven alle lasten en pontpenningen. Verkocht aan Bastiaen Van Exel,
die tot de gichte is gekomen met recht. Bastiaen blijft hieraan jaarlijks 2
rinsgulden 15 stuivers Brabants geld gelden die hij mag afleggen met 46
rinsgulden Brabants geld eens.
1535, 08 april.
Jaergedinge nae Paeschen. Folio 181
Lijsbeth
Sweenders, begijn in Diest, met haar geleverde momber Jan Gilis van Meldelaer
heeft opgedragen het mudde koren jaarlijks dat ze gelden heeft op en aan panden
van de erfgenamen van Jan Smeets alias Achter die Kerck, gelegen in Coersel
beneden de kerk. Ze grenzen sheren straet 1), de kinderen van Heil Mutsen 2).
Verkocht aan Huijbrecht Swinnen alias Achter die Kerck voor 20 rinsgulden
Brabants geld eens. Huijbrecht is tot de gichte gekomen met recht.
1535, 08 april.
Jaergedinge nae Paeschen. Folio 182
Jan Pauwels
heeft opgedragen een zille broek gelegen aan 'die Crommen Eijck' 1), 'dat
Robyns Brouck' 2), Poels Hagels 3), voor 18,5 rinsgulden Brabants geld eens tot
behoef van Claes Vanden Roije, die tot de gichte is gekomen met recht. Jan
beloofde om zijn huisvrouw hier te brengen om in te stemmen. Uitgaande lasten
zijn enkel sheren cijns en een half mudde koren dat met 11 rinsgulden te
kwijten staat.
Op 3 juni 1535
heeft Marie Vandereijcken alias Vernijen, de huisvrouw van Jan voorschreven,
deze gicht geldig gehouden en met de gicht ingestemd.
In 1536 op 6
april heeft Claes Vanden Roije aan Jan Vander Eijcken alias Vernijen naderschap
bekend aan het voorschreven goed en hij heeft zich ontgicht. Jan Vander Eijcken
kwam tot de gichte met recht, maar Claes moet zijn geld nog krijgen.
1535, 15 april.
Folio 183v
Lemmen Gaethoefs
heeft opgedragen een stukje broek gelegen op de Laeck bij 'sHoeijeters',
grenzend de Laeck 1), dezelfde Lemmen 2), Vreeken Scurmans 3), voor 10
rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Vreeke Scurmans die tot de gichte
is gekomen met recht op voorwaarde dat Vreke voorschreven met instemming van de
heer of zijn officier en de erfgenamen 'regelen, vullen en de pleynen' zal de
Laeck en hem leiden 'te gerichts lancx t voerschreven stuxken beemps'. Vreke
nam op haar al de 'vree tuschen huer voerschreven erve en het goed van de
erfgenamen van Lenart van Gelmen zaliger ende dat ter halver Laecken oft daer
die Laeck pleech te lopen'.
1535, 22 april.
Folio 184v
Heilof Sweerts
alias Wouters met haar geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen haar
tocht van een stuk broek gelegen in Coersel bij 'die Plugers Donck' 1), Jan
Goyens 2), Valentyn Reners 3), tot behoef van Lysbeth Maes. Henrick Wymans als
momber van zijn huisvrouw Lysbeth voorschreven is hiermee tot tocht en erve
gekomen met recht.
Dadelijk hierna,
nu tocht en erve samen zijn, heeft Henrick met zijn huisvrouw Lysbeth het stuk
broek opgedragen tot behoef van Valentijn Reners voor 80 rinsgulden Brabants
geld. De helft wordt contant gegeven en voor de andere helft zal Valentijn
jaarlijks aan Heilof Sweerts op deze beemd 2 rinsgulden Brabants geven. Die
kunnen afgelegd worden met 40 rinsgulden Brabants geld. Valentijn is tot de
gichte gekomen met recht.
1535, 22 april.
Folio 185v
Henrick Vernijen
alias Vander Eijcken heeft huis en hof opgedragen gelegen in Scuelen, grenzend
'tgoet van Guylijck' 1), 'die Baers kinderen' 2) en sheren straet 3), als een
pand voor een halve rinsgulden Brabants geld jaarlijks, voor 8 rinsgulden
Brabants geld eens. Daarmee staat de halve rinsgulden ook te kwijten. Verkocht
aan de kinderen van Jacop Vanden Venne. Merike Scurmans is tot behoef van haar
kinderen Peter, Merike en Grietke tot de gichte gekomen met recht. Het geld is
gekomen van opgaande eiken. De kinderen zijn tot de gichte gekomen, maar Merike
houdt de tocht.
Op 5 februari
1573 heeft Gielis Vanden Venne deze panden gekweten. Hij kreeg alles betaald en
Thomas Vernijen is tot de gichte gekomen.
1535, 22 april.
Folio 186
Meester Jan
Liebens als rentmeester en gemachtigde van het godshuis van Peer heeft
kwijtgescholden, uit kracht van zijn speciale commissie hiervoor verleend, de 2
rinsgulden jaarlijks die het godshuis aan panden van Reijner Swoechs alias
Scrycx had gelden. Hij kreeg de hoetpenningen en alle renten betaald. De
commissie volgt erna en luidt als volgt.
Wij, zusters
Maria Zeelwenders mater, Janneke Diricx ondermater, Mechtelt Cranen procurater
en de andere 'raetsusteren' en gewone 'conventualinnen' van het godshuis of
klooster van de derde regel van Sint-Franciscus gelegen binnen Peer in het land
van Loen 'des bisdoms van Luydick' vergaderd in de gewone plaats of het
kapittelhuis, bekennen dat we met deze brief machtiging verlenen aan onze
eerwaarde pater heer Herman Randelroij en onze rentmeester en goede vriend
meester Jan Liebens om gelijkerhand of elk apart in onze naam de hoetpenningen
van de 2 rinsgulden jaarlijks te ontvangen staande in Coersel aan Rener Svoechs
alias Scrijcx panden, volgens de bestaande brief. Dat gaat om 36 rinsgulden en
12 stuivers die de brief kostten; dat geld moeten ze terugbetalen. Ze mogen de
panden kwijten alsof de zusters zelf aanwezig waren. De zusters hebben het
zegel van hun convent aan deze brief gehangen op 23 april 1534.
1535, 22 april.
Folio 186v
Meester Jan
Liebens voorschreven heeft in de naam en als gemachtigde het pand en Peter
Cremers alias Joerdens gekweten van de 3 rinsgulden jaarlijks die het godshuis
van Peer daaraan gelden heeft. Hij kreeg de hoetpenningen en alle gevallen
renten betaald. De commissie volgt erna.
Heer Herman
Randelroij pater en biechtvader, zuster Maria Seelwenders mater, zuster Johanna
Diricx ondermater, zuster Mechtel Cranen procurateres en de andere raadzusters
en gewonen conventualinnen van het klooster van de derde regels van
Sint-Franciscus gelegen binnen Peer in het land van Loon en onder het bisdom
Luik zijn vergaderd in het kapittelhuis. Ze machtigen met deze brief meester
Jan Libens, rentmeester en goede vriend, om in hun naam voor de schepenen van
de bank van Lumpmen ter Loonse aarde te verschijnen om daar de 3 rinsgulden
jaarlijks te kwijten die ze volgens de inhoud van hun brief gelden hebben aan
pand van Peter Cremers alias Joerdens gelegen onder Coersel. Hij mag het geld
ervan ontvangen met het briefgeld en verlopen renten en dan de panden kwijten.
Het zegel van het klooster werd aan deze brief gehangen op 19 april 1535.
1535, 03 juni.
Folio 187
Jan Nobels heeft
opgedragen een half bonder broek 'opt Groet Brouck' aan 'den Hogen Bosch'
gelegen, grenzend Jan Loijs 1), Thijs Witters 2), voor 2,5 rinsgulden jaarlijks
en erfelijk en 2,5 mudde koren jaarlijks en erfelijk. Koper Miwis Beerten moet
deze lasten assigneren op zijn erfgoederen in Exel gelegen tot behoef van Marie
Nobels, zuster van Jan voorschreven. Mieuwis Beerten is tot de gichte gekomen
op alle manieren van recht.
1535, 03 juni.
Folio 188
De kinderen van
Henrick Claes alias Tijs, namelijk Claes en Geertruijt met hun geleverde momber
Art Vaes, hebben gedeeld met Jan Jueten als momber van zijn huisvrouw Merike
Claes en ze doen afstand van hun rechten op elkaars deel. Jan zal 1/3 ('die
driedeel') hebben van een stuk broek in Coersel in Oversel gelegen, geheten
'die Cuijl', grenzend Gerit Miwis 1), Peter Baten 2) en de gemeynen aard 3).
Claes en Geertruijt hebben voor hun deel 'die tweedeel' van het voorschreven
broek en aan hetzelfde gelegen.
1535, 03 juni.
Folio 188
Henrick Wellens
heeft opgedragen zijn gedeelte van een half bonder broek gelegen in Oversel,
grenzend 'tGroet Brouck' 1), Miwis 'der Brijer' 2), voor 6 rinsgulden boven de
lasten die eraan uitgaan. Verkocht aan zijn broer Ariaen Wellens, die tot de
gichte is gekomen met recht.
1535, 03 juni.
Folio 188v
Jan
Reners/Reijners van Hechtelt heeft opgedragen 'die twee deel' van een half
bonder broek te Coersel in Oversel gelegen, waar zijn zuster Lijsbeth 'het
derdedeel' van heeft, grenzend Jan Kenens 1), Toenis Gijsen 2), voor 3
rinsgulden jaarlijks Brabants geld. Deze staan af te leggen met 50 rinsgulden
Brabants geld. Verkocht aan Peter Witters. Toenis Gysen is tot behoef van Peter
Witters tot de gichte gekomen met recht.
1535, 03 juni.
Folio 189
Reyner Wynen
bekent aan Ard Raymekers als momber van zijn huisvrouw Dingen Borgers
naderschap van de koop die Rener Wijnen tegen Rener Borgers zaliger gedaan
heeft. Rener heeft zich ontgicht en Art is tot de gichte gekomen volgens de
wijze waarop de verkoop beschreven staat in het register op 19 november 1534.
1535, 03 juni.
Folio 189
Dadelijk daarna
heeft Art Raijmekers voorschreven met zijn huisvrouw het voorschreveen goed
opgedragen tot behoef van Henrick Vaes voor 7 rinsgulden Brabants jaarlijks.
Die kunnen afgelegd worden met 151 rinsgulden Brabants geld in twee keer.
Daarbij nog een mudde koren hovend in Coersel in de laethoef of 20 rinsgulden
daarvoor te betalen. Henrick Vaes is tot de gichte gekomen met recht.
1535, 03 juni.
Folio 189v
Geert Miwis met
zijn huisvrouw Marie Sweerts heeft een beemd opgedragen, gelegen in Oversel,
grenzend Jan Kenens 1), Rener Pelsers 2), de beek 3), tot behoef van Toenis
Gijsen voor 175 rinsgulden. Op 1 juli 1535 is Toenis Gijsen tot de gichte
gekomen van dit goed met recht.
1535, 04 juni.
Folio 192v
Wouter Nijlis
van Helchteren heeft geleiteniss genomen van panden van Jan Ruttens van
Hechtelt, volgens de belofte die Jan aan Wouter had gedaan. Wouter werd tot de
panden geleid en hem werd ris en hout geleverd met recht. De panden zijn in
Kastel onder Coersel gelegen en grenzend sheren straet aan 2 zijden. Wouter is
tot gicht en goedinge van de panden gekomen met recht. Er werd 'gewalt af
gewesen'.
Op 27 april 1536
heeft Wouter Nijlis deze gichte weer opgedragen tot behoef van Jan Ruttens. Jan
is weer tot de gichte gekomen volgens het akkoord dat tussen hen werd gemaakt.
1535, 11 juni.
Folio 193v
Jannes Opt
Straet met zijn geleverde momber Peter Van Grunendael, Peter Van Grunendael met
zijn huisvrouw Elizabeth Opt Straet, Peter Jans met zijn huisvrouw Heilwich Opt
Straet en IJda Opt Straet met haar geleverde momber Jan Goijens hebben
opgedragen 4 mudde rogge jaarlijks die zij gelden hadden aan pand van Aert
Wijnen in Castel gelegen en ze hebben er gelijkerhand afstand van gedaan met
recht tot behoef van een weekmis ter eeuwigen dagen te zingen en te doen zingen
alle weken op de vrijdag ter ere van 'den Heiligen Cruijce' in de kerk van
Coersel. Peter Leijssen, momber en meester van de kerk van Coersel is tot
behoef van de mis tot de gichte gekomen van de vier mudde rogge voorschreven.
Voorwaarde is dat elk jaar deze 4 mudde rogge mogen betaald worden met 4,5
rinsgulden Brabants geld of met goed hard koren en graan. Te kwijten volgens de
gichte die ervan is.
1535, 13 juni.
Folio 194
Anthonis Jueten
en zijn huisvrouw Marij Van Postel hebben gekweten aan Art Van Postel en zijn
huisvrouw de penningen die zij hun dochter beloofd hadden in huwelijkse
voorwaarden.
1535, 13 juni.
Folio 194v
Cristina Geerts
heeft opgedragen haar tocht van huis en hof in Coersel gelegen, grenzend sheren
straet aan 2 zijden, de kinderen van Henric Goijens 4), tot behoef van haar
zoon Govaert Goijens, die hiermee tot tocht en erve is gekomen met recht.
Dadelijk daarna,
nu tocht en erve samen zijn, heeft Govaert het voorschreven goed opgedragen tot
behoef van zijn neef Willem Goijens voor 200 rinsgulden Brabants geld eens.
Willem is tot de gichte gekomen met recht op voorwaarde dat Cristina haar wonen
zal houden 'int scoenste vanden huyse', zoals ze dat tot nu toe heeft gehad met
het derdedeel van 'den oeft' (het fruit) haar leven lang 'met huerre vuerte'.
1535, 17 juni.
Folio 195v
Pauwels Doeven
/Doven met zijn geleverde momber Peter Neven den Jongen heeft opgedragen een
huisje met een warmoeshof in Coersel gelegen, grenzend sheren straet 1), de H.
Geest van Coersel 2) en Henrick Beerten aan 2 zijden, voor 7,5 rinsgulden
Brabants geld eens. Verkocht aan Henrick Beerten, die tot de gichte is gekomen
met recht.
1535, 17 juni.
Folio 196
Jan Cleijs en
zijn zoon Jacop hebben gekweten aan Geert Miwis en zijn pand de 1,5
philipsgulden jaarlijks die ze aan zijn panden gelden hadden. Dat ging om een
beemd in Oversel gelegen naast 'den Pelsers Bampt'. Ze bekennen dat zij de
hoetpenningen ontvangen hebben en beloven dat ze Cristijn, de dochter van Jan
Cleijs, zullen brengen om in te stemmen.
Op 9 september
1535 heeft Cristijn ingestemd met hetgeen haar vader en broeder hierboven
hebben gedaan.
1535, 01 juli.
Op een jaergedinge nae Sint Jansmisse. Folio 197
Rener Schrijcx
heeft opgedragen een stukje broek geheten 'die Clerck', grenzend de kinderen
van Heijn Cremers 1), Lenarts Schrijcx 2) en Kyn Geerts 3), voor 18,5
rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Lenart Schrijcx. Lenart is tot de
gichte gekomen met recht.
1535, 01 juli.
Op een jaergedinge nae Sint Jansmisse. Folio 197v
Rener Van Millen
en Jan Zijgers als mombers en voergengers van de 'gemeijn armen van Hasselt' en
in die naam hebben de goederen opgedragen die zij in de naam van de armen
voorschreven uitgewonnen en beleijt hebben, zoals men zal vinden op 30 juni
1535, voor 42 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Jan Smeets van
Coersel.
Tussen 'halm en
heer' van de voorschreven verkoop heeft Cristijn Diricx met haar zoon Dirick de
naderschap ervan gepresenteerd en Jan Smeets bekende hen de naderschap. Daarop
is Cristijn met haar zoon tot de gichte gekomen met recht.
1535, 01 juli.
Op een jaergedinge nae Sint Jansmisse. Folio 198
Cristijn Diricx
voorschreven met haar geleverde momber Jan Diricx heeft haar tocht opgedragen
van het voorschreven goed tot behoef van haar kinderen Dirick, Lijsbeth en
Marie, die hiermee tot tocht en erve zijn gekomen.
Dadelijk hierna,
nu tocht en erve samen zijn, heeft Dirick voorschreven en Lijsbeth en Marie met
hun geleverde momber Jan Diricx het voorschreven erve opgedragen tot behoef van
Peter, zoon van Jan Smeets, en Govaert Brugmans voor 75 rinsgulden Brabants
geld eens boven de uitgaande lasten. Peter en Govaert zijn tot de gichte
gekomen met recht.
1535, 01 juli.
Op een jaergedinge nae Sint Jansmisse. Folio 198v
Art Nijs met
zijn huisvrouw Katlijn Witters heeft opgedragen een stuk land gelegen aan 'die
Molestraet', grenzend Jan Voegelers 1); nog een stukje erf gelegen ook aan de
voorschreven straat grenzend Lijn Roesboems 1), de kerk 2), voor 75 rinsgulden
Brabants geld boven alle uitgaande lasten. Deze lasten zijn aan Loyck Rutten
een molenvat koren en een derdedeel die te kwijten zijn met 34 stuivers eens.
Nog 2 halster koren aan Gelender die te kwijten zijn met 4,5 rinsgulden en nog
1 halster koren aan de vroegmis van Coerssel die met 1 rinsgulden en 1
philipsgulden te kwijten is. Nog een half mudde rogge aan Jan Reyners van Diest
'lijfpensien' (lijfrente); aan de H. Geest van Beringen 3 halster rogge
erfelijk. Mochten er nog meer lasten gevonden worden, dan zal Art dit aan
Mathijs vergoeden.
1535, 01 juli.
Op een jaergedinge nae Sint Jansmisse. Folio 199
Thijs Bogaerts
heeft opgedragen huis en hof op 'Geen Stappe' gelegen, grenzend Geert Stapparts
1), Geert Kannarts 2) en sheren straet 3), als een pand voor een half mudde
rogge jaarlijks. Daarvoor werd 11,5 rinsgulden Brabants geld eens gegeven.
Hiermee staat de last ook te kwijten en tevens met volle pacht. Geert Bogaerts
alias Kimps is tot de gichte gekomen met recht.
1535, 26
augustus. Folio 203v
Willem Vander
Heijen, Lambrecht Vander Heije, Jacop Metten momber van zijn huisvrouw Cristijn
Vander Heijen, Henrick Sengers momber van zijn huisvrouw Magriet Vander Heijen
hebben ontvangen de goederen die hen aangestorven zijn na de dood van IJske
Vernijen alias Joris, hun nicht zaliger.
1535, 09
september. Folio 205
De kinderen van
Wouter Tielens, namelijk Lijsbeth, Marie, Anne, Dingen en Katlijne hebben de
goederen ontvangen die hen aangestorven zijn na de dood van hun ouders zaliger.
1535, 09
september. Folio 205
Lambrecht Vander
Hoeven met zijn huisvrouw Lijsbeth Van Heerle heeft opgedragen zijn gedeelte
van 'den Haseren Bampt', grenzend Frans Scepers 1), sheren straet 2) en een
Winter Beeck 3); nog een stuk land gelegen in Heerle, grenzend de voorschreven
Lambrecht 1), Frans Scepers 2), sheren straet 3), als een pand voor 4
rinsgulden Brabants gevalueerd geld jaarlijks en erfelijk. Verkocht in ruil voor
een ander goed in Heerle gelegen, waar Lambrecht voorschreven geruild heeft met
heer Gijsbrecht Vander Eijcken zonder dat ze elkaar iets toegeven. Heer
Gijsbrecht Vander Eijcken is tot gicht en goedinge gekomen. Lambrecht moet aan
heer Gijsbrecht nog 1 rinsgulden gichten aan panden hovend in Malepeerts Hof.
1535, 23
september. Folio 207v
Art Vander
Eijcken en Vestras Vander Eijcken, broers, hebben opgedragen een stukje erf in
Coersel tGheene Stal gelegen, grenzend de H. Geest van Coersel 1), Thijs
Valetijns 2) en hun Brabants goed 3), tot behoef van de kinderen van Jan
Haechdorens, namelijk Brosis en Eelen. Art en Vestras hebben er afstand van
gedaan voor 20 rinsgulden Brabants geld eens. De voorschreven kinderen Brosis
en Eelen zijn met recht tot de gichte gekomen. De pontpenningen betalen ze half
en half.
1535, 23
september. Folio 208
Katlijn
Roesboems, de huisvrouw van Jan Haechdorens zaliger en moeder van de
voorschreven kinderen Broesis en Eelen met hun twee geleverde mombers Jan
Bloecmans en Vestras Vander Eycken, naaste familie van de kinderen, hebben het
voorschreven goed opgedragen als een pand voor een mudde rogge jaarlijks
kwijtpacht voor 28 rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten met gelijk geld.
Verkocht aan Valentijn Convints, die tot de gichte is gekomen met recht. Katlijn
en de beide mombers beloofden dat ze deze kinderen voor het recht zullen
brengen om in te stemmen als ze mondig geworden zijn. Met het geld van deze
lening werd het voorschreven goed aangekocht tot behoef van de kindereen.
Op 9 januari
1550 heeft Valentijn Convents dit voorschreven pand gekweten.
1535, 07
oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeijs. Folio 209
Huybrecht
Beckers alias Goris heeft opgedragen zijn huis en hof op die Stappe gelegen,
grenzend de straat 1), heer Govaert Snoecx 2) en Geert Kannarts 3), als een
onderpand voor 2 philipsgulden die hij schuldig is aan Willem Vander Stiewege
volgens de gichte van 21 mei 1534. Willem is tot de gichte gekomen met recht.
Uit dit huis en hof gaat jaarlijks 5 rinsgulden en 1 mud rogge en 7 halsters.
1535, 07
oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeijs. Folio 209v
Jan Moens en
Nijs Moens hebben opgedragen hun gedeelte van 'den Hogen Bosch', belast met 15
penninck cijns aan de heer, grenzend Henrick Kenens 1), de kinderen van Peter
Bryers 2), voor 14,5 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Symon Naelden
en Goije Gijsen. Willem Gijsen heeft de gicht ontvangen voor Symon en Goije
voorschreven met recht.
1535, 21
oktober. Folio 210
Jan Smans, die
nu meester is van het groot gasthuis of Sinte Loijs gasthuijs van Diest, heeft
als een gichtdrager voor het gasthuis gesteld Philips Lodewijcx zoon van
Wouter. Hij kwam tot gicht en goedinge in de naam van het gasthuis
voorschreven.
1535, 21
oktober. Folio 211
Geert Mewis
heeft het goed ontvangen dat hem aangestorven is na de dood van zijn oom
Henrick Spapen van Exel zaliger.
1535, 21
oktober. Folio 211
Jan Vaes als H.
Geestmeester van Coersel heeft als een sterfelijke gichtdrager gesteld
Sebastiaen Wijnen. Hij kwam tot gicht een goedinge in de naam van de H. Geest
voorschreven.
1535, 18
november. Folio 213v
Heer Govaert
Snoecx met zijn geleverde momber Peter Neven heeft opgedragen een stukje erf
gelegen 'op die Stappe', grenzend Thijs Thijs 1), Jan Poelmans 2) en heer
Govaert voorschreven 3) met de gracht gelegen tussen 'dat Bree Brouck' en dit
goed daarbij 'metten worpe ende toebehoerten'. Verkocht voor 1 rinsgulden
Brabants geld jaarlijks en erfelijk met valdag op Sint-Hubrecht. Mathijs Thijs
is tot de gichte gekomen met recht. Mathijs heeft als een onderpand gezet, met
zijn geleverde momber Lambrecht Cupers, een stuk erf geheten 'dat Colen Velt',
gelegen aan het voorschreven goed in 2 zijden. Jan Van Neercosen kwam tot de
gichte voor heer Govaert Snoecx voorschreven in het onderpand voor de
voorschreven rente.
1535, 18
november. Folio 214
Heer Peter Van
Zittart 'megeselle' van de paters van het godshuis van Sinte Lucien Dale bij en
buiten Sint-Truiden (Sintruijen) heeft als een gichtdrager gezet voor de
goederen van het voorschreven godshuis Sebastiaen Vanden Bogaerde. Sebastiaen
werd hiermee gichtdrager voor het godshuis ('goetshuijs').
1535, 18
november. Folio 214v
De kinderen van
Art Bormans, namelijk Rener, Art en Frans Bruyninx als momber van zijn
huisvrouw Anna Bormans hebben de goederen ontvangen na de dood van hun vader en
moeder zaliger. Rener en Art Bormans staan hun rechten af van de goederen die
ze hier hoven hebben tot behoef van Frans voorschreven, volgens de deling die
ze hebben gedaan.
1535, 18
november. Folio 214v
Lenaert Joes heeft
beloofd op geleitenis van al zijn Loonse goederen dat indien meester Jan Van
Gelmen enige last zou krijgen 'vanden comenscap' gebeurd tussen hen beiden, dat
meester Jan dit zal kunnen halen aan de Loonse goederen van Lenaert.
1535, 18
november. Folio 215
Lijsbeth
Vernijen met haar geleverde momber Jan Vernijen heeft opgedragen haar
kindsgedeelte in Scuelen gelegen, namelijk 'den Mortelmans Bosch' en nog een
stuk land 'Opt Hoge Velt'. Het land grenst het goed van Guylick 1), IJken
Vernyen 2), Gilis Coex 3). Verkocht voor 30 stuivers jaarlijks erfelijk en nog
18 rinsgulden Brabants geld contant aan haar broer Henrick Vernijen, die tot de
gichte is gekomen met recht in de goederen.
1535, 18
november. Folio 215v
Leenart Joes
heeft opgedragen huis en hof in Scuelen aan 'den Hagedoren' gelegen, grenzend
Jan Duytschen 1), de erfgenamen van Art Stapparts 2), sheren straet 3), tot
behoef van Peter Kempeners. Verkocht voor 30 stuivers Brabants jaarlijks en
erfelijk en nog 15 rinsgulden Brabants geld contant. Peter is tot de gichte
gekomen met recht. Het voorschreven huis en de hof is vooraf enkel nog belast
met 10 stuivers jaarlijks aan Groet Pauls en met 'sheren grontcheijs'.
1535, 18
november. Folio 216
Lijsbeth Mertens
met haar wettige momber Cornelis Neelis heeft opgedragen haar tocht van huis en
hof gelegen tGhene Stal', grenzend Peter Cornelis 1), Mathiewis Hueveners 2) en
sheren straet 3), tot behoef van Jan Convints die hiermee tot tocht en
erfelijkheid is gekomen met recht.
Dadelijk daarna,
nu tocht en erflijkheid samen zijn, heeft Jan Convints het goed weer opgedragen
tot behoef van Rener Wijnen voor 25 rinsgulden Brabants geld eens, boven de
uitgaande lasten. Rener Wijnen is tot de gichte gekomen met recht.
1535, 26
november. Folio 216v
Jan Wymans als
momber en voergenger van de H. Geest van Beringen heeft de goederen ontvangen
die hier sorteren voor die H. Geest. Hij werd de sterfelijke gichtdrager.
1535, 26
november. Folio 216v
Jan Van Gelmen
heeft de goederen ontvangen die 'Ons Live Vrauwe van Beringen' hier heeft
sorteren tot behoef van O.-L.-Vrouw voorschreven. Hij werd de sterfelijke
gichtdrager voor deze goederen.
1535, 26
november. Folio 216v
Jannes Beerten
heeft in de naam en als voergenger van de kerk van Sinte Peter van Beringen de
goederen ontvangen die deze kerk hier heeft sorteren. Hij werd de sterfelijke
gichtdrager voor deze kerk. Omdat deze gicht meer dan 40 dagen heeft open
gestaan voor deze 3 gichten voor het gerecht zijn gepasseerd, werd beslist dat
deze 3 de boete moeten betalen (ter goeder meningen'.
1535, 26
november. Folio 217
Jannes
Voegelsanck, rentmeester en voergenger van de begijnen van Diest, begeerde
geleid te worden tot gronden van Jan Smeets in navolging van zijn procedure
gedaan voor deze schepenen. De schepenen wezen dat men de partijen zou voor het
recht brengen, maar er kwam niemand om er iets tegen te zeggen. De schepenen
wezen dat men Voegelsanck tot de panden zou leiden en de meier deed dat en
verleende hem vervolgens 'ress' en hout in de naam van de begijnen van Diest.
Hij kwam tot de gicht en guedinge van de panden van Jan Smeets. Dat gaat om
'den Roijen Eusel' in Linchout gelegen. De rentmeester verzocht om er 'gewalt
af geboden te hebben' (Jan Smeets zal de grond niet meer mogen gebruiken.)
volgens recht en dat werd hem gewezen en gekondigd zoals dat hoort.
Nadien (geen
datum vermeld) heeft Jannes Vogelsanck de naderschap toegestaan aan de
kinderen van Jan Smeets voorschreven en hij heeft zich ontgicht, met
uitzondering van de jaarlijkse rente van de begijnen, tot behoef van de
kinderen. Hun oom Peter Smeets kwam als hun naaste bloedverwant ter gichte met
recht.
1535, 16
december. Folio 219
Henrick Vander
Eijcken heeft opgedragen een stuk land gelegen op den Wolpot, grenzend de
erfgenamen van Jan Aelen 1), Joris Vernijen aan 2 zijden. Verkocht aan Joris
Vernijen voor 21 rinsgulden Brabants geld eens. Joris is tot de gichte gekomen
met recht.
1535, 16
december. Folio 219
Joris Vernijen
heeft opgedragen huis en hof opden Wolpot gelegen, grenzend sheren straet 1),
Rener Welres erfgenamen 2), de erfgenamen van Jan Aelen 3) en de erfgenamen van
Loyck Lemmens 4), als een pand voor 6 halster rogge jaarlijks. Die kunnen
jaarlijks betaald worden met goed hard graan of met 4,5 stuivers Brabants geld.
Deze pacht werd verkocht voor 20 rinsgulden Brabants geld (stuiver voor stuiver,
philisgulden voor 25 stuivers, 'nuu penningen' voor 3 stuivers, snaphaen voor
5,5 stuivers en het ander geld in verhouding). Af te leggen met dergelijk geld
en met volle pacht. Verkocht aan heer Govaert Snoecx. Jan Van Neercosen kwam
tot de gichte.
Op 2 november
1536 heeft heer Govaert Snoecx met zijn geleverde momber Jan Rutten bekend dat
hij van Joris Vernijen de hoetpenningen van de voorschreven rente heeft
ontvangen, met de kosten en lasten. Hij heeft het pand van Joris gekweten
ervan.
1535, 16 december.
Folio 219v
Jan Rutten van
Hechtel heeft al zijn Loonse goederen en pachten opgedragen als een borg tot
behoef van Art Wynen voor het geval dat die hinder of last zou ondervinden
betreffende 3 mudden roggen zoals Wouter Nijlis van Helchteren aan pand van de
voorschreven Jan en Art gelden heeft. Art mag zijn schade eventueel halen aan
de voorschreven goederen van Jan en hij zal ze eventueel mogen 'gelijen'.
1536, 13
januari. Jaergedinge ne derthiendage. Folio 220v
Rener Swinnen
alias Minten heeft opgedragen huis en hof op Die Stappe gelegen, grenzend
sheren straet aan 2 zijden, Jan Luijten 3) en Lemmen Gaethoefs 4), voor 37
rinsgulden Brabanst gevalueerd geld eens boven alle uitgaande lasten. Verkocht
aan Jan Scurmans die tot de gichte is gekomen met recht.
1536, 13
januari. Jaergedinge ne derthiendage. Folio 221
Jan Hueveners
met zijn huisvrouw Cristijn Coecx (achteraan staat als haar voornaam Marie) heeft
opgedragen zijn huis en hof op 'Geen Billen Eynde' gelegen, grenzend sheren
straet 1), Jan Coecx 2), Tijske In die Molen 3), 'den Oulinxs(?) Hof' 4), met
nog een hof ook hierbij gelegen, geheten 'dat Venne'. Ze ruilen deze goederen
met Wouter Naggen voor een zille land gelegen in Herle, grenzend Geert Pijls
1), 'dat Swanevelt' 2) en sheren straet 3) en nog 16 stuivers erfelijk die
Wouter aan Jan aan dit goed gichten zal en nog voor een ander goed hovend
gedeeltelijk in Stevoert en gedeeltelijk in een ander laethoef. Wouter is tot
de gichte gekomen met recht.
Daarna heeft
Wouter Naggen het voorschreven goed opgedragen tot behoef van Jan voorschreven
als een pand voor de voorschreven 16 stuivers Brabants erfelijk. Jan is ertoe
gekomen als tot zijn pand zoals voorschreven staat.
1536, 27
januari. Folio 225v
De erfgenamen
van Henrick Zannen. Govaert Zannen, Jan Zannen, Lijsbeth en Marie Zannen hebben
de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van Henrick, de zoon
van hun zuster zaliger.
Dadelijk hierna
hebben de voorschreven Govaert, Jan Zannen en Henrick Loyens met zijn huisvrouw
Marie Zannen en Lijsbeth met haar geleverde momber Gerit Miwis het voorschreven
versterf opgedragen voor 10 rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van
Henrick Vanden Briel van Hechtel. Het gaat om een gedeelte in 'den Zannen
Beempt' in Oversel gelegen tegen 'den Hogen Bosch'. Henrick is tot de gichte
gekomen met recht.
1536, 10
februari. Folio 228
Jan Tielens van
Hechtelt met zijn huisvrouw Lijsbeth Sweerts heeft opgedragen een stukje broek
onder Coersel in Oversel gelegen, grenzend Geert Miwis 1), Lenart Keeskens 2)
en 'den Hogen Bosch' 3), tot behoef van Lenart Keeskens. Verkocht voor 31,5
rinsgulden Brabants geld eens (Gelderse rijders voor 24 stuivers en ander geld
in die verhouding). Lenart is ertoe gekomen met recht.
1536, 10
februari. Folio 228
Erme Wagemans
met haar geleverde momber Libracht Creten heeft opgedragen een heijke gelegen
aan 'die Wolf Keele', grenzend de straat aan 2 zijden en de erfgenamen van
Miwis Pipen 3), voor de uitgaande lasten. Verkocht aan Gerit Pijls die tot de
gichte is gekomen met recht.
1536, 10
februari. Folio 229
Lenart Joes
heeft opgedragen 1,5 rinsgulden erfelijk die hij gelden heeft aan huis en hof
in Scuelen gelegen aan 'den Haechdoren' die nu toebehoort aan Peter Kempeners.
Verkocht aan Peter Kempenrs voor 29 rinsgulden Brabants geld eens. Peter is tot
de gichte gekomen met recht.
1536, 10
februari. Folio 229v
Jan Wilbaerts
heeft opgedragen een stuk land gelegen onder Coersel 'opt Steenvelt', grenzend
Nielis Claes 1), sheren straet aan 2 zijden voor 30 stuivers Brabants geld eens
boven de uitgaande lasten. Verkocht aan Cornelis Claes, die met alle vormen van
recht tot de gichte is gekomen.
1536, 10
februari. Folio 230
Jan Wilbaerts
heeft opgedragen een stuk land geheten 'dBloexken' achter de hof van Jan
Wijnen, grenzend Gile Mathei aan twee zijden, sheren straet 3), voor 36
rinsgulden Brabants geld eens boven alle uitgaande lasten. Verkocht aan Henrick
Kenens die tot de gichte is gekomen met recht.
1536, 10
februari. Folio 230
Henrick Kenens
heeft de gouden gulden jaarlijks opgedragen die hij gelden heeft aan pand van
Ariaen Duncops in Castel onder Coersel gelegen, die te kwijten staat met 25
rinsgulden Brabants gevalueerd geld eens. De rente werd verkocht aan Jan
Wilbaerts in afkorting van som vermeld in de voorschreven gichte. Jan is tot de
gichte gekomen met recht.
1536, 08 maart.
Folio 233v
Jacop Vanden
Bogaerde van Gestel heeft opgedragen een half bonder broek geheten 'die
Plesse', grenzend 'Spaijen Dijck' 1), 'dEcheldonck' 2) en Geert Coecx, de
wederhelft 3), voor 30 rinsgulden Brabants geld eens en nog 2,5 rinsgulden
Brabants geld jaarlijks en erfelijk. Verkocht aan Vreeske Scurmans, die tot de
gichte is gekomen met recht. Vreske is tot de gichte gekomen met recht. Dit
goed is nog belast met de rinsgulden die Mathijs Van Cleve van Herck eraan
gelden had en die momenteel Hilke Ruelens erop trekt en bovendien staan er nog
2,5 stuivers aan die Jan Van Neercosen daaraan heeft.
1536, 23 maart.
Folio 235
Jacop Kannarts
heeft opgedragen huis en hof in Scuelen gelegen, grenzend sheren straet aan 2
zijden en 'dat Bachuijs Velt' 3), voor de aanstaande lasten. Opgedragen tot
behoef van Art Scoetiten, die tot de gichte is gekomen met recht. Voorwaarde is
dat Jan aan dit pand als last zal behouden 18 vaet koren jaarlijks en nog 12
vaet koren jaarlijks staande aan 'die Belicken' gelegen aan 'die Hozen
Drieschen' die nu Jacop voorschreven bezit. Aert is tot de gichte gekomen met
recht op de voorschreven condities.
Op 14 februari
1544 heeft Aert Inden Baert aan Jacop Cannaerts de hoetpenningen gekweten van
12 vaet koren jaarlijks en de jaargulden. Hij bekent dat hij alles betaald
kreeg en kwijt de panden ervan.
1536, 23 maart.
Folio 235
Marten Stapparts
heeft de voorschreven gichte gelaudeerd met alle voorwaarden die erin staan.
Hij staat garant voor zijn broer en ook voor zijn onmondige zuster dat ze dit
zullen bevestigen.
1536, 23 maart.
Folio 235v
Art Scoutiten
heeft huis en hof weer opgedragen tot behoef van Jan Vilters alias Van Loebosch
van Sculen voor de lasten die eraan uitgaan. Deze lasten zijn 2 mudde rogge in
Kermpt; nog 1 rinsgulden Brabants aan het klooster van Orienten; nog 3 alde
groot aan de anniversariën van Scuelen; nog aan 'brantschat' in Scuelen 10
stuivers Brabants en sheren grondcijns 2 capuinen; aan Art voorschreven 18 vaet
koren. Jan is tot de gichte gekomen met recht.
1536, 23 maart.
Folio 235v
Gijsbrecht
Molders heeft opgedragen het mudde rogge erfelijk dat hij aan huis en hof hier
boven gelden heeft voor 22 rinsgulden Brabants geld tot behoef van Jan Vilters
alias Loebosch. Jan is tot de gichte gekomen van het mudde voorschreven.
Govaert Molders, broer van Gysbrecht, is borg gebleven en staat garant voor de
onmondige kinderen van Gijsbrecht dat ze zullen komen instemmen als ze oud
genoeg zijn ofwel het mogen halen aan de goederen van Govaert.
Op 22 juni 1553
heeft Joris Van Heze bekend dat hij zowel de hoetpenningen als de pacht van het
mudde rogge erfelijk onvangen heeft volgens hun 'peys'. Jan Vilters is tot de
gichte gekomen. Catharina Mollers, zijn huisvrouw, heeft deze gicht gelaudeerd.
1536, 23 maart.
Folio 236
Joris Vernijen
heeft zijn gedeelte opgedragen van 'den Heer Loich Beempde' gelegen aan Grieten
Hagels Voert, grenzend Hubrecht Thijs 1), Geert Coecx 2) en Jan Van Neercosen
3), voor 4 rinsgulden Brabants geld eens en nog 2 rinsgulden Brabants jaarlijks
en erfelijk, tot behoef van zijn broer Henrick Vernijen. Henrick is tot de
gichte gekomen met recht. Voorwaarde is dat Joris weer tot zijn goed mag komen
als hij het geld terugbetaalt.
1536, 23 maart.
Folio 236v
Henrick Vernijen
alias Vander Eijcken heeft opgedragen huis en hof in Scuelen aan het broek
gelegen, grenzend sheren straet 1), het goed van Velpen 2) en Art Baers
kinderen 3); nog zijn gedeelte van 'den Mierbusche', grenzend joncker Conraet
van Malborch 1), Goris Snjers 2), als een pand voor een half mudde rogge
jaarlijks met valdag half maart. Voor 12 rinsgulden eens ('nuu erardus
penningen' voor 3 stuivers Brabants). Hiermee staat het half mud ook te
kwijten. Heer Govaert Snoex is met recht tot de gichte gekomen.
1536, 27 april.
Folio 241
Gilis Deens met
zijn huisvrouw Magriet Vernijen heeft opgedragen zijn gedeelte van 'den Heer
Loych Bampt', grenzend Huybrecht Tijs 1), Geert Coecx 2), tot behoef van Jan
Vernijen voor 25 rinsgulden contant geld en 1 rinsgulden Brabants jaarlijks.
Die staat te kwijten met 20 rinsgulden Brabants. Jan Vernijen is tot de gichte
gekomen met recht.
1536, 27 april.
Folio 241v
Jan Tilens heeft
opgedragen een hoefke in Meldelaer gelegen, Jan Gilis 1) en 2), voor 20
rinsgulden Brabants geld eens tot behoef van Mathieuwis Leyssen, die tot de
gichte is gekomen met recht.
Het goed is
belast met een vat koren aan de H. Geest van Lummen.
1536, 27 april.
Folio 242v
Anna Beckers met
haar geleverde momber Jan Kenens heeft opgedragen een stukje land gelegen in
Castel grenzend Jaspar Hillen 1), Peter Doven 2), sheren straet 3); nog een
stuk lad geheten 'den Heseleer', grenzend sheren straet 1), 'dLanck Stuck' 2)
en Henrick Roesboems 3), voor 50 rinsgulden Brabants geld. Deze som moet
betaald worden met een mudde rogge jaarlijks en 1 rinsgulden Brabants jaarlijks
en met 10 rinsgulden Brabants in contant geld. Verkocht aan haar broer Peter
Beckers die tot de gichte is gekomen met recht.
Het mud rogge en
de rinsgulden jaarlijks zullen mogen afgelegd worden met 40 rinsgulden zoals
voorschreven is. Deze gicht heeft meer dan 40 dagen gestaan, daarom is er een
boete verschuldigd, bedragend 1 rinsgullden.
1536, 11 mei.
Folio 243v
Jan Van
Neercosen kwijt aan Geert Coex en Vreken Scurmans en hun panden de 5 stuivers
jaarlijks die hij eraan gelden heeft. Hij bekende dat hij de hoetpenningen
ontvangen heeft.
1536, 11 mei.
Folio 244v
Merckt
Nayliemans met zijn huisvrouw heeft opgedragen de helft van een bos opt
Scurmans Eynde gelegen, grenzend de straat aan 2 zijden, Jan Der Wewen 3), tot
behoef van Peter Busselmans voor 10 rinsgulden Brabants geld eens boven alle
lasten en pontpenningen. Peter is tot de gichte gekomen met recht op voorwaarde
dat het mudde rogge dat Peter voorschreven aan dit erf en aan andere panden van
Merct gelden had, los zullen zijn. Peter heeft deze panden met de onderpanden
gekweten.
1536, 11 mei.
Folio 245
Merike,
huisvrouw van Claes Vanden Roije zaliger.
Vincent Custers
en Magdalene Custers met haar geleverde momber Jan Van Gelmen hebben opgedragen
hun gedeelte van een stuk broek gelegen omtrent 'die Seelbeempde', grenzend
Henrick Claes erfgenamen 1), Wouter Vander Stucken 2) en 'die sateroesen van
Remunde' 3), dat vroeger de zusters en broers van Vincent en Magdalene verkocht
hebben aan Claes Vanden Roije. Vincent en Magdalena 'volbringen' momenteel deze
gichte voor 20 rinsgulden eens tot behoef van Merike, de weduwe van Claes
Vanden Roije zaliger. Merike is tot de gichte gekomen met recht volgens de
gicht die vroeger gebeurd is.
1536, 12 mei.
Folio 245v
Heer Jan
Scamparts heeft geleitenis genomen van panden van Jan Vanden Putte, die vroeger
aan Henrick Jueten toebehoorden en in Coersel gelegen zijn tegenover de kerk.
Hij werd ertoe geleid en hem werd ris en hout geleverd en hij kwam tot gicht en
goeding van de panden met recht.
Dadelijk daarna
heeft heer Jan voorschreven mett zijn geleverde momber Jan Van Huesden het pand
weer opgedragen tot behoef van Henrick Huijben die kosten en lasten heeft
bijgelegd en heer Jan heeft 'gepurgeert' omdat hij eigenaar is van de
bijpanden. Henrick is tot de gichte gekomen, maar heer Jan behoudt zijn
jaarrente eraan. Op verzoek van Henrick voorschreven werd aan alle partijen
'gewalt af geboeden' met recht (niemand anders dan Henrick mag de goederen
gebruiken).
1536, 11 mei.
Folio 246
Voor Jan Den
Voecht werd met het gerecht gepaald een 'hofsteken' bij 'die Binnemans Hoeven'
bij zijn schaapskooi gelegen. Hij werd erin gegicht en gegoed met recht met
uitzondering van de grondcijns aan de heer: 1,5 penninck grondcijns.
1536, 01 juni.
Folio 246v
Marie Op Straete
met haar geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen haar tocht van al haar
Loonse goederen tot behoef van Jan Op Straet, haar zoon, die hiermee tot tocht
en erve is gekomen met recht.
Dadelijk daarna,
nu tocht en erf samen zijn, heeft Jan voorschreven opgedragen 'die
Walmerscoeren' in Coersel gelegen, grenzend sheren straet aan twee zijden en
Jan Goyens 3), als een pand voor 2 mudde rogge jaarlijks. Deze 2 mudden werden
verkocht voor 50 rinsgulden Brabants geld eens. Hiermee staan ze ook af te
leggen en met volle pacht. Verkocht aan Pauwels Jans van Diest die tot de
gichte is gekomen met recht. Voorwaarde is dat het graan in Diest moet geleverd
worden, kosteloos en schadeloos. Jan stemde in met een gezegelde brief.
1536, 01 juni.
Folio 248v
Wilbaert
Peellers met zijn huisvrouw Lijsbeth Thijs heeft opgedragen de 2 rinsgulden
jaarlijks die hij gelden had aan pand van Wouter Berinx gelegen in 'die
Zeelbeempde', grenzend Claes Vanden Roije erfgenameen 1), Ijken Scats 2), Art
Wilsens 3), tot behoef van Claes Vanden Roije voor 36 rinsgulden Brabants eens.
Claes is tot de gichte gekomen met recht.
1536, 05 juni.
Folio 249v
Gilis Coecx
heeft als een borg gezet al zijn goederen voor het geval dat er 'enich gebreck
oft litsel viele' aan het pand dat Christiaen Milters aan de heer van Lumpmen
gezet heeft voor het goed dat hij in erfcijns van de heer van Lumpmen gekregen
heeft. Dat gaat om 'den Milden Bogaerts' op 'die Swart Beeck' te Scuelen
gelegen. De heer kan dit dan altijd op de voorschreven Loonse goederen halen.
1536, 24 juli.
Folio 253
Eveneens werd
aan Gilijs Coecx gepaald een stukje 'gemeijnten' op die Laeck aan zijn erf
geheten 'dat Cuerken', over beide zijden van de Laeck. Hij kwam tot gicht en
guedinge met recht maar de heer 1 penninck grondcijns.
1536, 14
september. Folio 255
Jannes Duyfkens
met zijn geleverde momber Peter Neven der Jongen heeft opgedragen een stuk
broek geheten 'die Hessels Biesen', grenzend Jan Van Neercosen 1), het goed van
Everbode 2), 'den Pruysen Bampt' 3); nog een zille broek op 'die Laeck'
gelegen, grenzend Henrick Claes erfgenamen 1), Jan Van Neercosen 2). Verkocht
aan Jan Van Neercosen voorgenoemd voor 40 rinsgulden en 5 stuivers Brabants
geld boven alle lasten en pontpenningen en nog 3,5 rinsgulden jaarlijks die
tegen den penninck twintich Brabants gevalueerd geld kunnen afgelegd worden.
Jan Van Neercosen is tot de gichte gekomen met recht.
Op 27 mei 1546
heeft Jannes Duyfkens met zijn geleverde momber Peter Kenens de twee rinsgulden
voorschreven van de 3,5 rinsgulden voorschreven gekweten. Hij kwijt de panden
daarvan.
23 september
1546 heeft Jannes Duyfkens met zijn geleverde momber Peter Kenens de rest van
de rente gekweten. Hij kreeg alle hoetpenningen met de renten betaald en kwijt
de panden.
1536, 14
september. Folio 255v
Jannes Van
Eelsrack en Jan Eldermans met hun geleverde momber Peter Neven den Jongen
hebben opgedragen 2 heikens gelegen 'opt Dreijers Eynde', grenzend Tijske
Bogaerts 1), Liben Merhouts 2) en 'dat Hiemelryck' 3), voor 7 rinsgulden
Brabants geld eens boven alle lasten en pontpenningen. Verkocht aan Jan
Vernijen, die tot de gichte is gekomen met recht.
1536, 14
september. Folio 256
Peeter Neven die
Jonge, rentmeester en meier van de heer van Lummen, heeft volgens het bevel van
de heer voorschreven gicht en guedinge gedaan aan Geert Coecx van een stuk land
gelegen in Scuelen 'in dissyde' van 'den Habeel', grenzend sheren straet 1),
Merike Claes 2), Jacop Vanden Vinne erfgenamen 3). Dit goed is aan Geert
gebleven bij uitgaan van de brandende kaars, die werd aangekondigd in de kerk,
voor zijn hoogste bod. Verkocht voor 51 stuivers jaarlijks Brabants gevalueerd
geld en erfelijk te gelden.
Dadelijk daarna
heeft Geert al zijn goederen als borg gezet en opgedragen als een pand voor de
voorschreven erfelijke rente. Aan deze roerende goederen kan de heer eventueel
zijn geld halen. Peter Neven voorschreven is tot behoef van de heer tot de
gicht van het onderpand gekomen.
1536, 02
november. Folio 259
Peter Joris met
zijn huisvrouw Heilke Moens heeft opgedraagen zijn gedeelte van 'den Binnemans
Hoeven' gelegen in Coersel bij Postelmans, grenzend Ariaen der Smeet 1), Peter
die Molder 2) en Jan Svoechs 3), voor 50 rinsgulden Brabants lopend geld eens.
Verkocht aan Jan Svoechts, die tot de gichte is gekomen met recht.
1536, 02
november. Folio 259v
Peter Leyssen
heeft de goederen ontvangen die hem aangestorven zijn na de dood vaan zijn
zuster Kijn zaliger.
1536, 16
november. Folio 261
Jan Ruttens van
Hechtelt heeft opgedragen de Loonse goederen die hij gekocht had van de
kinderen van Ariaen Duncops: de schuur met de halve hof, met de beemd en het
eusel daar achter, in Castel onder Coersel gelegen. Verkocht voor 40 rinsgulden
Brabants geld eens boven alle uitgaande lasten tot behoef van Jan Wilbaerts van
Coersel, die tot de gichte is gekomen met recht. Jan Wilbaerts beloofde dat hij
deze 40 rinsgulden aan Jan Ruttens zou betalen voor Kerstmis eerstkomend 'op
des heeren boete ende op geleitenisse sijnre Loensche goijen'.
1537, 11
januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 262v
Tijske Bogaerts
heeft opgedragen een stuk erf gelegen 'opt Dreijers Eynde', grenzend Geert
Kannarts 1), de gemeijn straet 2) en hijzelf 3), voor 15 rinsgulden Brabants
geld eens boven de uitgaande lasten. Rener Scurmans, koper, is met alle
manieren van recht tot de gichte gekomen.
1537, 11
januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 263
Geert Bogaerts
heeft opgedragen het half mudde koren dat hij gelden had aan een stuk erf opt
dReijers Eynde, grenzend sheren straet 1), Geert Kannarts 2) en Geert Lemmens
3) en Jan Joris 4), tot behoef van Rener Scurmans voor 11,5 rinsgulden Brabants
geld eens. Rener is tot de gichte gekomen met recht.
1537, 11
januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 263
Heilwich
Houtmans met haar geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen haar tocht van
het kindsgedeelte dat aan haar zoon Toenis is toegevallen. Hiermee is Toenis
tot tocht en erflijkheid gekomen met recht.
Dadelijk daarna
heeft Toenis zijn hele kindsgedeelte voorschreven opgedragen tot behoef van
Govaert Houtmans, Gilis Houtmans en hun zuster Juete Houtmans voor 15
rinsgulden Brabants geld boven de aanstaande lasten. Govaert is voor hem en
voor zijn megeringen tot de gichte gekomen met recht.
1537, 11
januari. Jaergedinge nae derthiendach. Folio 263v
Jan Hueveners
heeft opgedragen een zille land in Heerl gelegen, grenzend Geert Pijls 1),
Herman Vanden Borch 2) en de heeren van Remunde 3), voor 35 rinsgulden Brabants
geld eens.Verkocht aan Lambrecht Op die Hoeve die tot de gichte is gekomen van
het goed voorschreven met recht.
1537, 01
februari. Folio 265v
Jannes
Clingermans heeft opgedragen met zijn geleverde momber Lambrecht Huybens de 2
rinsgulden jaarlijks en erfelijk Brabants die hij gelden heeft op en aan pand
van Gysen Ponderoes met zijn megeringen. Dat gaat om 'den Auwen Bampt' in
Scuelen achter Gijs voorschreven gelegen. Verkocht aan heer Govaert Snoecx voor
een ander goed in Herck gelegen. Ze hebben geruild maar heer Govaert geeft aan
Jannes 3 rinsgulden Brabants geld eens toe. Heer Govaert is tot de gichte
gekomen.
1537, 15
februari. Folio 266v
Jan Wilbaerts
van Coersel heeft opgedragen huis en hof met eusel zoals het in Coersel onder
Castel is gelegen, grenzend sheren straet 1), Jan Luekermans 2) en de kinderen
van Wouter Tielens 3), als een pand voor 4 mudde rogge jaarlijks. Deze 4 mud
kunnen jaarlijks betaald worden in goed graan of met 4 stuivers Brabants voor
elke halster en dat moet geleverd worden in het huis van Wouter Nijlis. Valdag
jaarlijks op derthienmisse. Jan draagt ze op tot behoef van Wouter Nijlis voor
80 rinsgulden Brabants geld eens. Hiermee kunnen ze ook afgelegd worden, in
twee keer, telkens met 80 rinsgulden Brabants. Wouter is tot de gichte gekomen
met recht.
Dadelijk daarna
heeft Wilboert Van Postel een stukje broek opgedragen gelegen aan 'den Goessens
Wijer', grenzend Peter Van Hout 1), Jan Tielens 2) en sheren straet 3), als een
bijpand voor de 4 mudde rogge jaarlijks voor het geval dat men na enige tijd
ondervond dat het pand niet sterk genoeg zou zijn. Wouter is tot de gichte
gekomen als bijpand met recht.
Op 9 januari
1539 heeft Wouter Nelis van Helteren bekend dat hij de hoetpenningen van
2 mudde rogge voorschreven ontvangen heeft. Hij kreeg de hoetpenningen en alle
renten betaald en kwijt de panden van de 2 mudde. Ontvangen van Jan Vogelers.
Op 9 januari
1556 heeft Claes Nelis van Helchteren aan de panden van Henrick Vogelers de
resterende 2 mud rogge voorschreven gekweten. Hij kreeg alles betaald en
Henrick is tot de gichte gekomen.
1537, 15
februari. Folio 267
Nijs Loijch,
IJken Loijch met haar wettige man en momber Huybrecht Zelkarts en Jaspar
Aswinckels hebben opgedragen een stuk beemd gelegen aan 'den Hogen Boss',
grenzend Merike Tielmans 1), Jan Van Hamme 2) en Miwis Beerten 3), voor de som
van 60 rinsgulden Brabants geld eens. Verkocht aan Henrick Thijs die tot de
gichte is gekomen met recht.
1537, 15
februari. Folio 267v
De kinderen van
Jaspar Hillen. Peter, zoon van Jan Knapen, momber van zijn huisvrouw Marie
Hillen heeft ontvangen voor hem en voor meester Peter Hillen, Goris Hillen,
Frans Hillen, Jaspar zoon van Jannes Hillen de goederen die hen aangestorven
zijn na de dood van hun ouders zaliger.
1537, 01 maart.
Folio 270
Jan Vanden Putte
heeft 'gepurgeert' als nadere bloedverwant het erf dat heer Jan Stampers en
Henrick Huyben uitgewonnen hadden omdat de jaargulden niet werd betaald. Omdat
Henrick als de laatste en jongste 'ceijs man' tot de gichte gekomen was, heeft
hij zich ontgicht tot behoef van Jan, die tot de gichte is gekomen van de
goederen met recht. Dat gaat om de helft van de goederen van Henrick Jueten.
1537, 01 maart.
Folio 270v
Jan Vanden Putte
heeft opgedragen een stukje broek in Coersel gelegen, tegenover het kerkhof,
grenzend Henrick Huyben aan 2 zijden en Henrick Van Eertwege 3) en sheren
straet 4), tot behoef van Henrick Huyben voor 35 rinsgulden lopend geld eens.
Henrick is tot de gichte gekomen met recht.
1537, 15 maart.
Folio 270v
Jan Vanden Putte
heeft opgedragen een stuk erf in 'Heynen Jueten Hof' gelegen, grenzend sheren
straet 1) en 2), Henrick Kenens 3) en Jan voorschreven 4), voor 45 rinsgulden
eens, los en vrij, tot behoef van Henrick Van Eertwege. Henrick is tot de
gichte gekomen maar hij moet blijven gelden 1 rinsgulden jaarlijks aan Henrick
Thijs in afkorting en ontlasting van de goederen van Jan Putmans voorschreven
en nog 3 penninck grondcijns.
28 juni van dit
jaar heeft Henrick Huyben naderschap gepresenteerd van de voorschreven koop en
Henrick Van eertwege bekende hem de naderschap en heeft zich ontgicht. Henrick
Huyben is tot de gichte gekomen van het voorschreven goed.
1537, 15 maart.
Folio 272v
De kinderen van
Wilbaert Nijs en Heijn Struvers. Toenis Nijs, Jan Vander Eycken met zijn
huisvrouw Lijn Nijs, Merike Nijs met haar geleverde momber Jan Vander Eijcken
en Heilke Nijs met haar geleverde momber Toenis Nijs hebben opgedragen hun
gedeelte van een beemd in Coersel gelegen, grenzend Art Hagedorens 1), Peter
Cornelis 2) en 'den Gilis Beempt' 3), voor 34 rinsgulden Brabants geld eens.
Verkocht aan Heyn Struvers van Eversel, die op 22 mei 1539 tot de gichte is
gekomen. Hij heeft een boete betaald.
1537, 15 maart.
Folio 273
Lenart Scrijcx
heeft opgedragen een stuk broek in Oversel gelegen, geheten 'den Clerck',
grenzend sheren straet 1), 'den Loesmans Beempt' 2) en Willem Goijens 3), voor
150 rinsgulden Diester 'paijen' boven alle lasten en pontpenningen. Verkocht
aan Henrick Beerten, die tot de gichte is gekomen met recht.
1537, 12 april.
Jaergedinge nae Beloecken Paeschen. Folio 275
Henrick Vanden
Putte met zijn huisvrouw Katlijn Miwis heeft afstand gedaan van de goederen die
Bartholomiwis Papen van Hechtel ontvangen heeft na de dood van Jan Miwis met
zijn huisvrouw zaliger. Hij zal er nooit nog over spreken of iets voor eisen.
1537, 12 april.
Jaergedinge nae Beloecken Paeschen. Folio 275v
Lenaert Joes van
Scuelen heeft bekend dat hij ontvangen heeft van meester Jan Van Gelmen de
hoetpenningen van de rinsgulden die hij had gelden aan 'den Hoeff Acker' in
Scholen gelegen. Hij heeft Jan daarvan de tweede gulden gekweten, zoals
beschreven is op 5 december 1536 (zie bij registratie 02.12.1535). Dus de beide
rinsgulden zijn nu gekweten met hoetpenningen met de rente en Lenaert kwijt de
panden.
1537, 12 april.
Jaergedinge nae Beloecken Paeschen. Folio 277
Heilof Houtmans
van Coersel heeft opgedragen haar tocht van al haar goederen die hier hoven tot
behoef van haar zoon Art Houtmans, die hiermee tot tocht en erfelijkheid is
gekomen.
Dadelijk hierna,
nu tocht en erve samen zijn, heeft Art Houtmans deze goederen weer opgedragen
tot behoef van Govaert Houtmans, Gilis Houtmans en Juet Houtmans voor 35
rinsgulden Brabants 'Diester paijen'. Govaert is voor hemzelf en voor Gilis en
Juet tot de gichte gekomen met recht. Voorwaarde is dat de helft van het geld
nu betaald wordt en de andere helft na de dood van zijn moeder. Indien de
moeder binnen 3 jaren sterft, of eerder, blijft het geld staan tot de 3 jaren
om zijn. Govaert bekent aan zijn moeder weer haar tocht van de goederen
voorschreven. Hij spreekt tevens voor Juete en Gilis.
1537, 12 april.
Jaergedinge nae Beloecken Paeschen. Folio 277v
Jan Van Postel
heeft opgedragen een bosje in Castel onder Coersel gelegen, grenzend Jan
Bluecmans 1) en 2), Govaert Tilens 3), voor 6,5 rinsgulden Brabants geld eens.
Veerkocht aan Peter Meijen die tot de gichte is gekomen met recht. De koper
betaalde bovendien het pontgelt. Jan staat garant voor Peter met zijn goederen.
1537, 12 april.
Jaergedinge nae Beloecken Paeschen. Folio 278
De meier van
Lummen heeft het goed opgedragen dat hij eerder uitgewonnen had omdat de cijns
niet werd betaald. Het gaat om een goed gelegen 'int Doernicx Velt', grenzend
Henrick Van Heerle erfgenamen 1), Marten Stapparts 2). Hij draagt het op tot
behoef van Art Scoutiten, die tot de gichte is gekomen volgens de purgatie die
Art als cijnshebbende aan de meier heeft gedaan van dit goed binnen het jaar.
Daarna heeft Art het goed weer opgedragen tot behoef van Jan Vilters alias
Loebos van Scuelen voor de uitgaande lasten. Jan is tot de gichte gekomen met
recht.
1537, 26 april.
Folio 279
Robijn Vanden
Velde met zijn huisvrouw Merike Wymans, Willem Scepers met zijn huisvrouw
Katijn Wymans, Henrick Mieukens met zijn huisvrouw Heilke Wymans, Jacop Geerts
met zijn huisvrouw Anna Wymans hebben elk apart opgedragen in handen van de
meier van de heer van Lummen en in handen van de meier van het laathof 'vander
Heilicheit' hun gedeelte van een beemd gelegen op de Herck, grenzend 'Sint Jans
Beempt' 1), de heren de Catusers van Remunde 2), de Herck 3) en het goed van
Guylick 4), voor 36 rinsgulden Brabants geld elk, in geld zoals in Diest
gangbaar is, boven alle uitgaande lasten. Willem Scepers zal mindering krijgen
van 10 stuivers erfelijk die Jannes Wymans aan het pand van Willem voorschreven
heeft gelden en daar boven zal Willem nog hebben voor het voorschreven gedeelte
van het goed 27 dergelijke rinsgulden. Ze verkopen met hun vrouwen hun gedeelte
aan Jannes Wymans.
Henrick Wymans
heeft ook zijn gedeelte opgedragen van de voorschreven beemd tot behoef van
zijn broer Jannes Wymans voor ander goed in Beringen sorterend in ruil zonder
elkaar iets toe te geven. De partijen doen afstand van hun rechten erop. Jannes
Wymans is tot de gichte gekomen voor beide de 'gerichten' met recht. De
partijen staan ervoor garant met al hun goed dat aan dit goed enkel deze lasten
uitgaan: sheren grondcijns, 5 philipsgulden jaarlijks aan Lenart Van Gelmen
erfgenamen en aan Henrick Ruebens. (4 partijen x 36 gulden = 144 gulden;
hiervan 9 rinsgulden af voor de rente van Willem, komt op 135 gulden. Daarop
komen dus 135 stuivers pontgelt.) Totaalsom 134 (zo staat er).
Pontpenningen voor de heer 4 rinsgulden 17 stuivers (dus 97 stuivers) en in de
laathof 38 stuivers. Totaal in stuivers: 135 stuivers.
Samenvatting. De
dochters en hun echtgenoten verkopen hun gedeelte van de beemd aan Jan Wymans,
hun broer, voor 36 rinsgulden elk. Willem Wymans ruilt zijn gedeelte ervan voor
een stuk broek in Beringen dat eigendom was van zijn broer Jannes. De beemd is
nu dus van Jan.
1537, 26 april.
Folio 280
Jannes Wijmans
heeft opgedragen de 10 stuivers erfelijk die hij gelden heeft aan pand van
Willem Scepers als momber van zijn huisvrouw voorschreven. Dat gebeurde op de
manier hierboven beschreven. Willem is als momber van zijn huisvrouw in de
kwijtscheling tot de gichte gekomen van de 10 stuivers jaarlijks.
1537, 26 april.
Folio 280
Jan Greven alias
Gilis van Scuelen heeft opgedragen zijn tocht van huis en hof in Scuelen aan
'die Berbosch Stege' gelegen, grenzend deze steeg 1), Rener Van Malborch erfgenamen
2), sheren straet 3), tot behoef van zijn dochter Lijnke. Lynke is hiermee tot
tocht en erflijkheid gekomen met recht met utzondering van de steeg en de dreef
van deze steeg, die van Jan blijven.
Dadelijk daarna,
nu tocht en erve samen zijn, heeft Lijnke, dochter van Jan Greven voorschreven,
met haar geleverde momber Jan Greven het voorschreven goed opgedragen tot
behoef van Geert Pijls voor 24 rinsgulden Brabants geld eens boven alle lasten
en pontpenningeen. Geert is tot de gichte gekomen met recht.
1537, 17 mei.
Folio 283
Heer Henrick
Heymans heeft ontvangen en is gichtdrager geworden van de goederen die het
altaar van de H. Geest binnen de stad van Herck binnen het land van Lummen
liggen heeft, waar Jannes Duytsen zaliger uitgestorven is. Heer Henrick is als
gichtdrager tot de goederen gekomen met recht.
1537, 17 mei.
Folio 283
Heer Henrick
Heijmans heeft ontvangen tot behoef van het altaar van Sint Jans Baptisten
binnen Herck en voor Frans Binnemans rector van dit altaar de goederen die het
altaar hier heeft. Hij is ertoe gekomen tot behoef van Frans voorschreven.
Frans is de gichtdrager geworden van de goederen na de dood van Jannes Duytsen
zaliger.
1537, 14 juni.
Folio 285
Michiel Greven
alias In Die Croene van Hasselt. Govaert Vanden Grachte als gemachtigde van
Michiel Greven alias In die Croene heeft, volgens zijn procedure gedaan op
goederen van Mathijs Mons in Scuelen, geleijt verzocht van de goederen van
Mathijs. Met manis en vonnis werd Govaert geleid tot de goederen van Mathijs
Mons alias Heitens voorschreven voor zover ze hier hoven. Hem werd hout en ris
gegeven en hij verzocht de gicht en goedinge van het goed voorschreven in de
naam van Michiel. Jannes Hoens, als jongste cijnsman, begeerde kost en last op
te leggen om het geleitenis voorschreven te purgeren. Omdat Jannes tussen halm
en heer kwam (dus voor de gicht) heeft Govaert als gemachtigde van Michiel
hiermee ingestemd met uitzondering van de rente van Michiel Greven.
1537, 28 juni.
Jaergedinge nae Sint Jans dach. Folio 287
Thomas Cremers
met zijn huisvrouw Marie hebben opgedragen huis en hof in Coersel gelegen,
grenzend Jannes Opt Straet 1), Juetken Arts 2), sheren straet 3) en nog een
stuk land geheten 'die uwe groeve', grenzend Loyck Beckers 1), Jan Vaes 2) en
sheren straet 3), als een pand voor een mudde rogge jaarlijks. Dat moet
jaarlijks kosteloos en schadeloos van alle lasten in Diest geleverd worden.
Elizabeth Vanden Mortele werd er voor 25 rinsgulden Brabants geld in gegicht.
Te kwijten met gelijk geld en met volle pacht. Elizabeth is tot de gichte
gekomen met recht. Thomas beloofde dat indien deze panden onvoldoende blijken,
dat hij dat met zijn andere goederen zal goed maken. Jaarlijkse valdag: Sint
Jacobsmisse.
1537, 28 juni.
Jaergedinge nae Sint Jans dach. Folio 287
Remeijs Miwis
met zijn huisvrouw Cornelis Cloclijers heeft zijn gedeelte opgedragen
van een stuk beemd gelegen op de Herck, grenzend Geert van Scaffen 1), Geert
Van Kael 2) en Jan Clocluyers met de wederhelft 3), aan Jan Clocluijers voor 31
rinsgulden Brabants eens. Jan is tot de gichte gekomen met recht.
1537, 28 juni.
Jaergedinge nae Sint Jans dach. Folio 288
Merct Nayliemans
met zijn huisvrouw heeft opgedragen huis en hof in Scuelen op den Wolpot
gelegen, grenzend sheren straet 1), Rener Van Malborch 2), Joris Vernyen 2) en
Aert Princen 3), als een pand voor een half mudde rogge jaarlijks te betalen in
goed graan of met 5 stuivers Brabants per halster. Pacht verkocht tot behoef
van Peter Mechelmans voor 10 rinsgulden en 5 stuivers Brabants geld eens. Te
kwijten met dergelijk geld. Peter is tot de gichte gekomen met recht.
1537, 05 juli.
Folio 288
Peter Neven die
Jonge als meier van de heer van Lummen werd door het gerecht geleid in Coersel
op 'die sluijse' omtrent de molen. Hij verzocht, volgens zijn gedane procedure
van genachte tot genachte gedaan, geleid te worden voor de heer van Lummen in
de sluis met al zijn toebehoren waar hij wegens onbetaalde grondcijns toe
gewezen was. De meier werd ertoe geleid en is in de naam van de joncker, heer
van Lummen, tot de gichte gekomen van de sluis op alle manieren van recht. Er
werd gewezen aan de erfgenamen 'gewalt' van deze sluis met toebehoren.
1537, 05 juli.
Folio 288v
Goessen Wellens
met zijn huisvrouw Dingen Nielens heeft opgedragen een heithoeve gelegen 'aent
Kleyn Kenens Gaet' en aan sheren straet voor 5,5 rinsgsulden 5 stuivers boven
alle lasten en pontpenningen, behalve 4 penninck grondcijns. Verkocht aan Geert
Claes, die tot de gichte gekomen is met recht.
1537, 07 juli.
Folio 289
Toenis Witters
(Gijsen) heeft opgedragen een halve zille broek in 'die Roijebeeck' gelegen,
grenzend Henrick Keeskens 1), Jan Witters 2), Elijas Oijen 3), tot behoef van
Jan Witters van Hechtelt voor 'een busken' (bosje) in Oversel gelegen. Het gaat
om een goederenruil maar Jan geeft aan Toenis 21 rinsgulden Brabants geld toe.
Jan heeft het bosje ook opgedragen tot behoef van Toenis in ruil. Toenis is in
het boske en Jan is in de halve zille broek tot de gichte gekomen met recht.
1537, 07 juli.
Folio 289
Peter Busselkens
heeft een stuk erf opgedragen, gelegen 'opt Scurmans Eijnde', grenzend Bate
Stapparts 1), sheren straet aan 2 zijden en Henrick Claes erfgenamen 4), als
een pand voor 1 rinsgulden jaarlijks Brabants geld. Verkocht voor 16 rinsgulden
Brabants gevalueerd geld eens en te kwijten met dergelijk geld, tot behoef van
Herman Borgelins. Herman is tot de gichte gekomen 'met allen manijren van
rechte'.
1537, 07 juli.
Folio 289v
Geert Claes van
Coersel begeerde te ontvangen voor heer Henrick Van Mechelen, rector van 'onsen
Liver Vrouwen autaer' in Coersel, de goederen die het altaar en de rector
toebehoren. Hij is ertoe gekomen met recht. Heer Henrick is gichtdrager
geworden voor het altaar en de goederen voorschreven.
1537, 07 juli.
Folio 289v
Symon Vaes alias
Crouchs heeft opgedragen al zijn goederen hier hovend als een bijpand voor de
jaargulde die Symon aan Willem Kannarts moet betalen. Dit werd gegoed in
'joncker Arts van Horrion Hof' in Berbrouck gelegen. Opgedragen voor het geval
dat het pand niet voldoende zou zijn. Herman Borgelins is tot behoef van Willem
Kannarts tot de gichte gekomen met recht.
1537, 07 juli.
Folio 289v
Lijsbeth Coppens
van Helchteren heeft de goederen ontvangen die haar aangestorven zijn na de dood
van haar ouders zaliger.
1537, 07 juli.
Folio 290
Mathijs Thijs
met zijn huisvrouw heeft zijn gedeelte van 'den Armborstelen' opgedragen, in
Scuelen gelegen, grenzend 'Ons Live Vrouwen van Lummen' 1), het goed Shoijeters
2), Merike Claes 3), voor 5,5 rinsgulden eens. Verkocht aan Jacop Vanden
Bogaerde wonend binnen de vrijheid van Lummen op die Swart Beeck. Jacop is tot
de gichte gekomen met recht.
1537, 07 juli.
Folio 290v
Wilhem Swalen
heeft opgedragen het half mud rogge dat hij gelden had aan Jan Bruninx pand
gelegen onder Scuelen 'op Wouwen Eynde', grenzend Jan Poelmans 1), Symon Vaes
2) en Mathis Thys 3), voor 12,5 rinsgulden gevalueerd geld. Verkocht aan Herman
Borgelinx, die erin gegicht en gegoed werd met recht.
Op 26 januari
1584 heeft Henrick Paesmans opgedragen tot behoef van Jan Wagemans en kwijt hem
zijn panden van het voorschreven half mudde rogge jaarlijks. Henrick heeft
bekend dat hij voldaan is en hij kwijt de panden voorschreven. Jan Wagemans is
tot de gichte gekomen.
1537, 07 juli.
Folio 290v
Art Claes heeft
opgedragen een stuk broek gelegen omtrent Scuelen, grenzend 'die Zanne Beempt'
1), 'dat Bruxken' 2), de zusters van Hasselt 3). Verkocht aan Henrick Kenens
voor 26 rinsgulden Brabants. Henrick is tot de gichte gekomen met recht.
1553, 18 mei.
Folio 291
Heer Henrick
Bortsis kwijt aan Jan Claes alias Reyners de 27 stuivers Brabants jaarlijks voorschreven.
Hij kreeg de hoetpenningen en alle verlopen renten betaald. Heer Henrick heeft
deze kwijting gedaan zonder momber. 'Is nochtans te vreden'. Daarna heeft heer
Henrick zich vermomberd met Henrick Windelen, die de kwijting gevolgd heeft.